h1c (4e uur, ma 11-01-21)

Guten Morgen H1c
Montag, den 11. Januar 2021
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Guten Morgen H1c
Montag, den 11. Januar 2021

Slide 1 - Slide

Absenten

Seid ihr alle da?

Zijn jullie allemaal aanwezig?

Slide 2 - Slide

die Regel (de regels)
  • Hast du eine Frage? Bitte Mikrofon an!

  • Nicht sprechen während der Besprechung

  • Wird dir eine Frage gestellt? Bitte antworten

  • Niet weggaan tijdens de les


Slide 3 - Slide

Hausaufgaben
Für heute

  • Doorlezen schema blz. 23 (bez. voornaamwoorden)

  • Leren Redemittel blz 27

  • Opsturen foto met zinnen (bez. vnw) en met de opdracht van vandaag

Slide 4 - Slide

inleveren huiswerk
Huiswerk inleveren in "Opdrachten" in Teams

Deadline 15:00 uur de dag voor de les

Voor het overzicht en voor begeleiding

Te weinig hebben huiswerk ingeleverd

Slide 5 - Slide

Lernziele
Kennen
Je kent de vertalingen van de bezittelijke voornaamwoorden
Je kent de geschiedenis van Berlijn
Kunnen 
Je kunt zinnen maken met bezittelijke voornaamwoorden


Slide 6 - Slide

Korrigieren Berlin Auftrag

Bitte antworten

Seite 4

Slide 7 - Slide

Herhaling bezittelijke voornaamwoorden
  • wat zijn bezittelijke vornaamwoorden?

  • Die geven een bezit aan

  • mijn fiets(o), haar huis(o), zijn auto(o)

Slide 8 - Slide

bezittelijke voornaamwoorden
elk bezittelijk voornaamwoord is er ook in het Duits

mijn = mein-
jouw = dein-
haar/hun = ihr-
onze = unser-
jullie = euer-

Slide 9 - Slide

bezittelijke voornaamwoorden
     De bez. voornaamwoorden worden zoals de woorden uit de ein-Gruppe             vervoegd
der Wagen
die Katze
das Haus
die Hunde
ein Wagen
eine Katze
ein Haus
keine Hunde
mein Wagen
meine Katze
mein Haus
meine Hunde
euer Wagen
eure Katze
euer Haus
eure Hunde

Slide 10 - Slide

bezittelijke voornaamwoorden
elk bezittelijk voornaamwoord wordt vervoegd

Voorbeeld = Haus
Haus = onzijdig (das Haus en ein Haus, dus geen uitgang)
mein- Haus
dein- Haus
Ihr Haus





Slide 11 - Slide

vertaal
jullie huis
A
euere Haus
B
euer Haus
C
ihre Haus
D
eure Haus

Slide 12 - Quiz

onze keuken
A
unser Küche
B
unsere Küche
C
unseren Küche
D
unse Küche

Slide 13 - Quiz

mijn kat, uw huis, jullie fiets

Slide 14 - Open question

Korrigieren Aufgabe 1 und 5
Aufgabe 1 und 5 (Seite 93)


Machen Aufgabe 5, Seite 24

Slide 15 - Slide

Wiederholung Lernziele
Kennen
Je kent de vertalingen van de bezittelijke voornaamwoorden
Je kent de geschiedenis van Berlijn
Kunnen
Je kunt zinnen maken met bezittelijke voornaamwoorden

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben
Für Freitag

Aufgabe 1 und 5 (Seite 93)

Maken Schritt 20: Aufgabe 1, 2 en 3

Foto opsturen in Teams in "Opdrachten"

Slide 17 - Slide

Bewertung der Stunde

Slide 18 - Slide

Bis zum nächsten Mal

Slide 19 - Slide