H 6.4 Infrarode en ultraviolette straling M2A les 4

H6.4 Infrarood en ultraviolet
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6.4 Infrarood en ultraviolet

Slide 1 - Slide

Welkom GT-2
Maak de opdrachten 7, 8 en 12 van 6.3      START IN:
Je hebt straks je laptop nodig                              



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

timer
3:00

Slide 2 - Slide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Slide

§ Introductie
§ 6.1 Licht en schaduw
§ 6.2 Spiegelbeelden
§ 6.3 Licht en kleur
§ 6.4 Infrarode en ultraviolette straling

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle 
  2. Terugblik/voorkennis
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk

Slide 5 - Slide

Huiswerkcontrole

Maak van paragraaf 6.1 & 6.2

Slide 6 - Slide

Onthoud
• Het witte zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog: rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Dat zie je als zonlicht wordt gesplitst door een prisma. Zo’n reeks kleuren heet een spectrum.
• Met een zakspectroscoop kun je de samenstelling van licht onderzoeken. Als je in de spectroscoop kijkt, zie je een spectrum van het licht.
• Een gele trui weerkaatst vooral geel licht, een rode trui vooral rood licht, een blauwe trui vooral blauw licht enzovoort. Het licht dat niet wordt teruggekaatst, wordt geabsorbeerd. Het licht wordt daarbij omgezet in warmte.

Slide 7 - Slide

Onthoud
• Witte voorwerpen kaatsen bijna al het licht terug. Zwarte voorwerpen kaatsen maar weinig licht terug: bijna al het licht wordt geabsorbeerd.
• Als je een paarse trui bekijkt onder een gele lamp, lijkt hij zwart. Dat komt doordat de paarse trui vooral paars licht terugkaatst. Het gele licht van de lamp wordt bijna helemaal geabsorbeerd. De trui kaatst dus bijna geen licht terug, waardoor hij zwart lijkt.

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 6.4 Infrarode en ultraviolette straling
  1. Je kunt benoemen waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden.
  2. Je kunt kenmerken benoemen van infrarode en ultraviolette straling.
  3. Je kunt toepassingen noemen van infrarode en ultraviolette straling.
  4. Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van ultraviolette straling.

Slide 9 - Slide

Infrarode straling

Slide 10 - Slide

Infrarood en ultraviolet

Slide 11 - Slide

Infrarode straling
Ir-straling wordt niet alleen uitgezonden door de zon. 
Alle voorwerpen om je heen zenden ir-straling uit.
Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp is, 
hoe meer ir-straling het voorwerp uitzendt. 
Deze ir-straling noem je ook wel warmtestraling. 
Je kunt de straling fotograferen met een speciale 
infraroodcamera. 


De foto die dan ontstaat, noem je een warmtebeeld of thermogram
Een thermogram van een deel van een kamer.

Slide 12 - Slide

Infrarode straling
Infra = voor                     IR-straling = warmte

Slide 13 - Slide

Ultraviolette straling
Ultraviolet  straling is een belangrijk onderdeel van zonlicht.
Je kunt er bruin door worden en bij teveel rood (verbranden).
Daarnaast kan Uv-straling sommige stoffen sterk laten oplichten. 
Je zegt van deze stoffen dat ze fluoresceren.
Sommige dieren kunnen wel uv-straling 
waarnemen. 
Bijen zien uv-straling
==> Nectar en stuifmeel

Slide 14 - Slide

Ultraviolet-straling
De zon straalt behalve licht ook ultraviolette straling (uv-straling) uit. Als je in de zon ligt, komt die straling op je huid terecht. Je huid reageert daarop door extra kleurstof aan te maken: je huid wordt donkerder. De kleurstof die je huid donkerder kleurt, heeft een beschermende werking. Daardoor kun je langer in de zon blijven als je huid veel van deze kleurstof bevat.

Te veel ultraviolette straling vergroot ook de kans op huidkanker. Zonnebrandcrème absorbeert uv-straling en beschermt zo je huid. Hoe hoger de beschermingsfactor, des te beter wordt je huid beschermd.

Slide 15 - Slide

Bescherming tegen uv-straling
  • Uv-straling heeft de eigenschap dat ze stoffen kan afbreken.
  • De Uv-straling in het zonlicht sloopt de kleurstofmoleculen een voor een. 
  • Uv-straling kan ook schade aanrichten aan stoffen in je huid.
  • Straling die moleculen kapot kan maken, noem je ioniserende straling
  • Uv-straling is zwak ioniserend. Röntgenstraling is sterk ioniserend
  • Infrarode straling en licht hebben dat effect niet; deze soorten straling        zijn daarvoor niet krachtig genoeg.

Slide 16 - Slide

Ultraviolet-straling
Ultra = na
Wat betekent de factor?

Slide 17 - Slide

Infraroodsensor
Onzichtbare straling, die je kunt voelen als warmte.
Alle dingen om je heen zenden infrarode straling uit. Hoe warmer het voorwerp, des te meer straling er wordt uitgezonden. Een infraroodsensor is gevoelig voor deze straling. De sensor in een buitenlamp reageert bijvoorbeeld op infrarode straling die wordt uitgestraald door voorbijlopende mensen. 
De sensor schakelt dan de stroom in, 
zodat de lamp gaat branden (afbeelding 3). 

Slide 18 - Slide

Ozonlaag
  • Hoog in de atmosfeer (de luchtlaag rond de aarde) zit een gas dat de meest   schadelijke ultraviolette straling tegenhoudt. 
  • Dit gas heet ozon. 
  • De luchtlaag waarin ozon voorkomt, heet de ozonlaag. 
  • Doordat de lucht vervuild is met cfk’s (stoffen die nu niet meer gemaakt mogen   worden) zijn er gaten ontstaan in de ozonlaag. 
  • Hierdoor kan de uv-straling gemakkelijker de aarde bereiken en lopen mensen   eerder een te hoge dosis op.

Slide 19 - Slide

Aan de slag!

Maak van paragraaf 6.4
opdracht: 1 t/m 15

rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 5.1
1 t/m 8
Je mag samenwerken!

Slide 21 - Slide

Onthoud
• Alle voorwerpen, mensen en dieren zenden infrarode straling (ir-straling) uit. Warmtelampen zenden, behalve een beetje rood licht, vooral veel infrarode straling uit.
• In het spectrum van een ir-lamp vind je de infrarode straling naast het rood.
• Infrarode straling wordt op verschillende manieren toegepast:
– in de afstandsbediening van een tv;
– in een buitenlamp die reageert op voorbijlopende mensen;
– in alarminstallaties en in winkeldeuren die automatisch openen en sluiten.
– in nachtkijkers die onzichtbare infrarode straling omzetten in een zichtbaar beeld.
• De zon straalt behalve licht ook ultraviolette straling (uv-straling) uit. Als je in de zon ligt, komt die straling op je huid terecht. Je huid reageert daarop door extra kleurstof aan te maken: je huid wordt donkerder.

Slide 22 - Slide

Onthoud
• Je moet oppassen dat er niet te veel ultraviolette straling op je huid terechtkomt. Als dat wel gebeurt, kun je last krijgen van zonnebrand (verbranding). Te veel ultraviolette straling vergroot ook de kans op huidkanker.
• De ozonlaag in de atmosfeer houdt veel ultraviolette straling tegen.
• Er zijn lampen die vooral ultraviolette straling uitzenden, bijvoorbeeld de uv-lampen in zonnebanken en de blacklightlampen in discotheken.
• In het spectrum van een uv-lamp vind je ultraviolette straling naast het violet. Dat kun je aantonen met een fluorescerende stof. Zo’n stof gaat zelf licht geven als er ultraviolette straling op valt.

Slide 23 - Slide

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je Planner!
  • Maak de opdrachten van paragraaf 6.4 opdracht:  4 t/m 10

Dank je wel voor je aandacht!


Slide 26 - Slide

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll