kennis quiz start tweede leerjaar

1 / 27
next
Slide 1: Slide
VaktheorieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

welke modules hebben we vorig jaar behandeld?

Slide 2 - Open question

Eieren kunnen met salmonella besmet zijn?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

welke stof in een ei zorgt voor een emulgerende werking?
A
Albumine
B
Eiwit
C
Lecithine
D
Cholesterol

Slide 4 - Quiz

hoe kun je de versheid van een ei bepalen?

Slide 5 - Open question

er zijn twee soorten planten waaruit suiker wordt gewonnen? welke zijn dit?

Slide 6 - Open question

Welke kenmerken behoren bij suiker?
A
Zout
B
kristalvorm
C
Vocht aantrekkend
D
niet oplosbaar

Slide 7 - Quiz

leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen Meel en Bloem?

Slide 8 - Open question

In welk gedeelte van de graankorrel zitten de meeste enzymen?

A
Zemel
B
Kiem
C
Meellichaam
D
Aleuronlaag

Slide 9 - Quiz

Als je Bloem uitzeeft krijg je Meel?

Slide 10 - Open question

Margarine is een emulsie van?

A
Water en vet
B
Olie en water
C
Olie en vet
D
Boter en olie

Slide 11 - Quiz

Hoe vaak wordt Hollandse koste getoerd?
A
Driemaal in vieren
B
Driemaal in driëen
C
Viermaal in driëen
D
Viermaal in vieren

Slide 12 - Quiz

Wat is het gevolg van te koude boter in korstdeeg?

A
Boter verdeeld mooi gelijkmatig
B
Smaakvoller in het deeg
C
Bevorderd het krimpen van het deeg
D
Brokkelt en verdeelt slecht het deeg

Slide 13 - Quiz

Wat betekend inbakpercentage?

Slide 14 - Open question

Met natuur identiek wordt bedoelt?
A
Dezelfde stof als een natuurlijk product.
B
Uitsluitend van fruit gemaakt
C
Uitsluitend uit een natuurlijk product gemaakt.
D
Heeft dezelfde chemische samenstelling als sorbitol.

Slide 15 - Quiz

Welke kleur geeft caroteen?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Oranje

Slide 16 - Quiz

Korstboter heeft een langer smelttraject dan cakeboter?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat hygroscopisch betekent.

Slide 18 - Open question

Waarom moet er bij krokant brood flink gestoomd worden?

Slide 19 - Open question

Op welke manier kan ik een paarse kleurstof krijgen?

A
Geel met groen
B
Rood met blauw
C
Geel met rood
D
Geel met blauw

Slide 20 - Quiz

Welke temperaturen mag een koelkast en vriezer maximaal zijn?

A
Koelkast 5 graden en vriezer -21 graden
B
Koelkast 7 graden en vriezer -21 graden
C
Koelkast 5 graden en vriezer -18 graden
D
Koelkast 7 graden en vriezer -18 graden

Slide 21 - Quiz

Hulpgrondstoffen hebben o.a. als doel producten malser, lekkerder en aantrekkelijker te maken?

Slide 22 - Open question

Welk hulpstuk wordt gebruikt voor het draaien van koude cake?

A
Deeghaak
B
Garde
C
Vlinder

Slide 23 - Quiz

Fonceren met kruimeldeeg is het?
A
Bedekken met deegreepjes
B
Luchtig maken
C
Bekleden van de binnenkant van een vorm met een deeglaag
D
Vullen met bijvoorbeeld amandelspijs

Slide 24 - Quiz

Als student van de klas, wil ik dat de docent meer aandacht besteed aan het onderwerp...?

Slide 25 - Open question

opdracht!!!

Slide 26 - Slide

Maak een kranten pagina van wat je allemaal al weet van vaktheorie

Slide 27 - Slide