Grammatica en werkwoorden 2D

Startopdracht
Noteer het pv, wg, o en lv

  1. Waarom heb jij mijn schrift niet even voor mij gepakt? 
  2. Al mijn klasgenoten zijn  naar het zwembad geweest. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startopdracht
Noteer het pv, wg, o en lv

  1. Waarom heb jij mijn schrift niet even voor mij gepakt? 
  2. Al mijn klasgenoten zijn  naar het zwembad geweest. 

Slide 1 - Slide

Grammatica 3.7 en spelling 3.8

Slide 2 - Slide

Je kunt het voltooid deelwoord benoemen en goed schrijven
Je kunt pv, wg, o, lv benoemen in een zin.
Doel van deze les: 

Slide 3 - Slide

Lekker meelezen

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:

1. De tijd in de zin veranderen
Ik loop naar school. / Ik liep naar school.
          2. Het aantal in de zin veranderen
Ik loop naar school. / Wij liepen naar school.
3. De zin vragend maken
Ik loop naar school/ Loop ik naar school?

Slide 5 - Slide

werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin


Slide 6 - Slide

Het onderwerp 
Het onderwerp is altijd een persoon, een dier of een ding. 

Je vindt het onderwerp door te vragen: 
Wie/wat + persoonsvorm.
Voorbeeld: Ik loop naar school.
De persoonsvorm is "loop". 
Wie loopt? Ik. "Ik" is dus het onderwerp. 

Slide 7 - Slide

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door de vraag te stellen: wat + pv/wg + onderwerp?
Voorbeeld
Mark gaf mij gisteren een cadeautje. 
- Persoonsvorm: Gaf Mark mij gisteren een cadeautje?
- Onderwerp:  Wie gaf? Mark
- Lijdend voorwerp: Wat +gaf+ Mark? een cadeautje

Slide 8 - Slide

Wat?
opdracht 1, 2, 4, 5,6,7
Hoe?
Door de antwoorden op te schrijven in je boek
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
15 minuten
Klaar?
lekker lezen of werk in NUMO aan je eigen leerplan
Opdracht 

Slide 9 - Slide


Lekker lezen
Ik ga aan het werk met mijn fictiedossier
Ik ga met NUMO aan het werk.
Ik ga met "versterk jezelf" aan het werk

Slide 10 - Poll

Ben je tevreden wat je nu weet voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Je kunt het voltooid deelwoord benoemen en goed schrijven
Je kunt pv, wg, o, lv benoemen in een zin.
Doel van deze les: 

Slide 12 - Slide

Startopdracht
Noteer het pv, wg, o en lv

  1. Waarom heb jij mijn schrift niet even voor mij gepakt? 
  2. Al mijn klasgenoten zijn  naar het zwembad geweest. 

Slide 13 - Slide