Voorbereiding toets lezen 5/6

Toets lezen
Blok 5 en blok 6

Wat moet je kennen en kunnen?
Let op: Lezen telt 3x mee!
Doe je best!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Toets lezen
Blok 5 en blok 6

Wat moet je kennen en kunnen?
Let op: Lezen telt 3x mee!
Doe je best!

Slide 1 - Slide

Verwijswoorden:
In een zin staan één of meerdere verwijswoorden. Aan jou de vraag, naar welk woord of naar welk groepje woorden verwijst dit verwijswoord?

Slide 2 - Slide

Hoofd- en bijzaken:
Er staat een zin, meerdere zinnen of een alinea. Aan jou de vraag, welke zin/zinnen zijn hoofdzaken en welke zin/ zinnen zijn bijzaken?

Je kunt de hoofdzaken uit een tekst benoemen.

Slide 3 - Slide

Samenvatten:
Vat een tekst samen door de hoofdzaken te benoemen. Gebruik ongeveer 35 woorden.

Slide 4 - Slide

Tekst afsluiten:
Je weet welke manieren een schrijver kan gebruiken om een tekst af te sluiten en je kunt deze ook herkennen in een tekst. 

Slide 5 - Slide

Hoofdgedachte:
Je kunt in je eigen woorden de hoofdgedachte van een tekst opschrijven. Hierbij gebruik je de hoofdzaken die in een tekst staan.

Slide 6 - Slide

Tekst inleiden:
Je weet welke manieren een schrijver kan gebruiken om een tekst in te leiden en je kunt deze ook herkennen in een tekst. 

Slide 7 - Slide

Kernzin:
Noteer de kernzin van een alinea.

Slide 8 - Slide

Objectieve en subjectieve zinnen:
Je kunt vertellen welke zinnen in een tekst objectief zijn en welke zinnen subjectief. 

Slide 9 - Slide

Tussenkopje:
Je kunt een tussenkopje bij een alinea bedenken.
Je maakt hierbij gebruik van de kernzin. 

Slide 10 - Slide

Feit en  mening:
Je kunt uitleggen wat een feit en wat een mening is.

Je kunt uitleggen of een zin een feit of een mening is.

Slide 11 - Slide