Formuleren les 2

Nederlands 05-06
- lASSo1: 10 minuten stillezen 
- lASSo2: Uitleg formuleren/schrijven
- lASSo1: Uitleg inleiding van een e-mail
- Zelfstandig werken

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Nederlands 05-06
- lASSo1: 10 minuten stillezen 
- lASSo2: Uitleg formuleren/schrijven
- lASSo1: Uitleg inleiding van een e-mail
- Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Doel
lASSo1: Ik weet wat er in een inleiding van een e-mail moet staan en ik kan een inleiding van een e-mail schrijven.

lASSo2: 
- Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort
- Zinslengte
- Verbanden aanbrengen in een tekst

Slide 2 - Slide

lASSo2: Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort
Een tekst leest gemakkelijker als woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, dicht bij elkaar staan. Hier vind je een paar tips:

- Zet geen lange bijvoeglijke bepaling tussen het lidwoord, aanwijzend voornaamwoord of bezittelijk voornaamwoord en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Niet: Een veel op sociale media aanwezige en groot publiek hebbende persoon, noemen we ook wel een influencer.
Wel: Een persoon die veel op sociale media aanwezig is en een groot publiek heeft, noemen we ook wel een influencer.

Slide 3 - Slide

lASSo2: Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort
- Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever want en maar dan omdat en hoewel, want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.

Niet: Veel jongeren zouden graag influencer willen zijn, hoewel ze waarschijnlijk niet aan de nadelen van het gebrek aan privacy denken.
Wel: Veel jongeren zouden graag influencer willen zijn, maar ze denken waarschijnlijk niet aan de nadelen van het gebrek aan privacy.

Slide 4 - Slide

lASSo2: Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort
-Zet de persoonsvorm zo dicht mogelijk bij de andere werkwoorden van het gezegde.
Niet: Influencers kunnen door de commentaren bij hun berichten onzeker worden.
Wel: Influencers kunnen onzeker worden door de commentaren bij hun berichten.

- Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.
Niet: Een influencer zal zijn bekendheid niet zomaar op kunnen geven.
Wel: Een influencer zal zijn bekendheid niet zomaar kunnen opgeven.

Slide 5 - Slide

lASSo2: Zinslengte
Je maakt een tekst aantrekkelijk door variatie in woordkeus en zinsopbouw. Daarnaast speelt de zinslengte een rol. Te veel lange of korte zinnen achter elkaar maken een tekst saai. Je tekst gaat dus meer leven als je lange en korte zinnen afwisselt.
- Lange zinnen zijn vaak samengestelde zinnen met meer dan één persoonsvorm.
- Korte zinnen zijn vaak enkelvoudige zinnen met maar één persoonsvorm. Deze geven meer tempo aan de gebeurtenissen in een verhaal en passen dus het best bij actie.

Pas op voor te lange zinnen, want :
- lange (samengestelde) zinnen zijn voor een lezer meestal moeilijker te begrijpen dan kortere (enkelvoudige) zinnen;
- je maakt sneller een formuleringsfout in een lange zin.

Slide 6 - Slide

lASso2: Verbanden aanbrengen in zinnen
Zinnen binnen een tekst houden vaak verband met elkaar. Een tekst is voor een lezer beter te volgen als de schrijver de verbanden tussen de zinnen duidelijk aanbrengt. 
Je kunt op twee manieren verbanden aanbrengen:
1. door middel van verwijswoorden, die terug- of vooruitwijzen naar een woord of (een deel van) een zin 
- Bijvoorbeeld: hij, zij, haar, hem, deze, die, dat, daar, waarmee etc.

2. door middel van signaalwoorden. 

Slide 7 - Slide

Huiswerk voor donderdag 12 juni
Maken van het hoofdstuk FORMULEREN: 
paragraaf 2 opdracht 3
paragraaf 6 opdracht 1
paragraaf 7 opdracht 2

Slide 8 - Slide

lASSo1: Nette e-mail schrijven
  • Aan:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  
  • Inleiding             
  • Kern                        
  • Slot                           
  • Afsluiting         
  • Jouw voor- en achternaam    

Slide 9 - Slide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 10 - Slide

De inleiding
- Stel jezelf voor --> geef relevante informatie bij de situatie
- Maak duidelijk waarom je de mail schrijft

Slide 11 - Slide

Schrijfopdracht lASSo1: Inleiding e-mail
Situatie: Stel je voor dat je een e-mail moet sturen aan een docent, een bedrijf of een organisatie. De ontvanger kent jou nog niet goed, dus het is belangrijk dat je jezelf netjes voorstelt en duidelijk maakt waarom je schrijft.

Kies één van de volgende situaties:
1. Je mailt je docent Nederlands om te vragen of je een opdracht later mag inleveren.
2. Je mailt de schoolarts met de vraag of hij/zij een gastles over roken en vapen kan verzorgen tijdens de biologieles of de mentorles.
3. Je mailt de bibliotheek om te vragen of je een boek langer mag lenen.









Slide 12 - Slide

Schrijfopdracht lASSo1: Inleiding e-mail
Opdracht:
 Schrijf een korte inleiding (3-4 zinnen) voor een e-mail:
 1. Schrijf bovenaan de e-mail aan wie het is geschreven en wat het onderwerp van de e-mail is.         In de onderwerpsregel zet je kort en duidelijk waar je e-mail over gaat (max 5 woorden). Doe         het zo:
      Aan: ......
      Onderwerp: .......
 2. Begint met een beleefde, gepaste aanhef
 3. Stel jezelf kort voor (naam + relevante informatie, bijvoorbeeld je klas of school)
 4.  Maak duidelijk waarom je de e-mail schrijft (=aanleiding) 




Slide 13 - Slide

Ik zie deze laatste toets wel zitten. Een e-mail of recensie schrijven gaat mij wel lukken!
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll