Par 3.4 decimalen getallen

Welkom
Decimalen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom
Decimalen

Slide 1 - Slide

Vandaag
Terugblik vorige les

Decimalen getallen

Slide 2 - Slide

Zijn de volgende breuken hetzelfde?





Als dat niet is, welke is dan groter?
5616
408

Slide 3 - Slide

Breuk als komma getal, of terwijl als decimale getal




Want 9 : 10 = 0,9


109=0,9

Slide 4 - Slide

Hoe zou je deze dan omschrijven als decimale getal?
204=
53=

Slide 5 - Slide

Stappenplan
1. Schrijf de breuk om naar een breuk met noemer 
10 of 100 of 1000
2. Deel de teller door de noemer
3. Schrijf het decimale getal op

Slide 6 - Slide

Afronden
3,34256


Afronden op 4 decimalen

Wie weet hoe dat moet?

Slide 7 - Slide

Afronden
3,34256
Afronden op 4 decimalen

Zet een stippellijntje achter 4 cijfers achter de komma
Kijk naar het getal rechts van het stippellijntje
Is dit een 5 of hoger? Dan wordt het getal aan de linkerkant 1 hoger. Anders blijft het cijfer gewoon staan

Slide 8 - Slide

Afronden
3,34256

Afronden op het hele getal
Afronden op 1 decimaal
Afronden op 2 decimalen
Afronden op 3 decimalen

1 min de tijd

Slide 9 - Slide

Vandaag
maken: 3.4: 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, U7

Werk rustig.
Kijk het na.
Heb je een vraag steek je vinger op. 
Ik loop langs om het huiswerk van vorige les te bekijken

Slide 10 - Slide