les 3 - frustratie-agressie

les 3 - frustratie-agressie

Lesdoelen:
- Je legt uit wat frustratie-agressie is en herkent dit in gedrag van cliënten.
- Je past verbaal en non-verbaal de-escalerend gedrag toe bij het omgaan met frustratie-agressie.
- Je toont empathie en neutraliteit in de omgang met cliënten die frustratie-agressie vertonen.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

les 3 - frustratie-agressie

Lesdoelen:
- Je legt uit wat frustratie-agressie is en herkent dit in gedrag van cliënten.
- Je past verbaal en non-verbaal de-escalerend gedrag toe bij het omgaan met frustratie-agressie.
- Je toont empathie en neutraliteit in de omgang met cliënten die frustratie-agressie vertonen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Boos of niet?
Pak je telefoon erbij! 
Geef bij elke stelling aan of jij boos (rood), geïrriteerd (oranje) of neutraal (groen) zou reageren/voelen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je komt op je stage en een collega zegt: “Oh, ben je vandaag wél op tijd?”

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Je hebt afgesproken met een vriend(in), maar die zegt op het laatste moment af zonder uitleg.

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Tijdens een drukke stagedag krijg je voor de derde keer te horen: “Dat is jouw taak, doe het maar gewoon.”

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Je wordt onterecht door een docent beschuldigd van negatief gedrag in de klas.

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Je hebt je extra uitgesloofd tijdens een dienst op je stage, maar niemand bedankt je of merkt het op.

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

Een vriend vertelt je iets in vertrouwen, maar beschuldigt je er later van het te hebben doorgespeeld aan anderen.

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Kenmerken frustratie-agressie
- Vanuit onmacht 
- Opeenstapeling van (negatieve) emoties: de 'druppel'
- Échte emotie 
- Niet persoonsgericht, vaak gericht op de organisatie
- Controleverlies -> gaat dus verder dan boosheid!
- Extern gericht

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Herkenbaar?
- Vanuit stage?
- Privé?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

verkeerslicht in begrenzen
Rood: beëindig het gesprek en vertrek!
Of laat de ander vertrekken.

Oranje: geef twee keuzes: óf A, óf B. 
Houd je hier ook aan! (Doen wat je zegt)

Groen: Benoem het gedrag en geef aan wat je wil (ik-boodschap).
"Ik vind het lastig als je... Zou je ... kunnen doen? Dan kan ik beter .... (bijv. helpen).

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat doen bij frustratie-agressie?
- De cliënt uit laten razen!
- Erkenning/begrip tonen vanuit neutraliteit
- Geen "maar" gebruiken en geen "als-dan"
- Concrete afspraken maken -> geen beloftes die je niet kan waarmaken. 
- Ook bij een eventuele tweede piek in boosheid laten uitrazen
- De "ja" vangen: wat wil de cliënt wél? 
- Vanuit daar gaan richten op "wat heb je nodig om"... en "lukt het om...."

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Duo-opdracht
Bedenk bij elke casus die je krijgt 2 'foute' reacties én een goede reactie.
Houd de speerpunten uit de vorige slide erbij!

Slide 14 - Slide

Gehandicaptenzorg
Een cliënt met een verstandelijke beperking mag niet mee naar de winkel terwijl hij dat elke dinsdag gewend is. Hij begint te schreeuwen en gooit zijn jas op de grond.

Geriatrie / Verpleeghuiszorg
Een oudere mevrouw schreeuwt boos omdat ze alweer lang moest wachten voordat iemand haar kwam helpen met het toilet. Waarom zorgt niemand voor haar zoals haar man kon?!

Psychiatrie
Een cliënt wordt gefrustreerd omdat hij geen sigaret krijgt buiten de afgesproken rookmomenten. Hij roept dat het hier erger is dan in de gevangenis en wordt steeds gefrustreerder. Hij blijft voor het kantoor staan.

Verslavingszorg
Een cliënt krijgt geen extra medicatie. Hij zegt kwaad: “Jullie willen gewoon dat ik kapotga hier!” Hij begint steeds harder te huilen en eist dat hij de arts te spreken krijgt.

Jongerenopvang
Een jongen krijgt te horen dat zijn weekendverlof niet doorgaat. Hij vloekt en scheldt en smijt zijn telefoon tegen de muur kapot.

Daklozenopvang
Een cliënt staat niet op de lijst voor een bed die nacht en wordt woest. Hij schreeuwt dat hij de Gemeente gaat bellen.

Woonbegeleiding
Een jonge vrouw wordt boos als je haar aanspreekt op haar rommelige kamer. Ze schreeuwt: "je bent mijn moeder niet, laat me met rust!"

Crisisopvang
Een cliënt hoort dat hij nog niet naar huis mag. Hij stampt op de grond en roept: “Jullie houden me hier vast tegen mijn wil! Laat me gaan!"


Rollenspel in drietallen
1 hulpverlener, 1 cliënt, 1 observator met checklist
rouleren in rollen!

Casussen krijg je van de docent.

Slide 15 - Slide

Casus 1: Je begeleidt een jongere die door groepsgenoten gepest wordt. Na het zoveelste incident komt de vader op hoge poten én hoog in emotie verhaal halen bij  jou en collega's. Hij wil nú weten wat er is gebeurd en waarom jullie niet adequaat hebben ingegrepen de afgelopen tijd. En anders zoekt hij de media op.

Casus 2: een jongvolwassen LVB cliënt komt zonder iets te zeggen terug van zijn werk. Hij moet zijn taak van vanochtend nog doen. Als je hem hierop aanspreekt ontvlamt hij in een tirade over deze instelling, de begeleiders, zijn werk en de buschauffeur. Iedereen werkt hem tegen! Kan niemand hem nou gewoon met rust laten?!?!

Casus 3: je valt in op een andere groep in een beschermde woonvorm, als een cliënte een gesprek eist met "de baas hier", omdat haar weektegoed is bevroren nadat ze spullen kapot had gemaakt. Ze is woest en heeft geld nodig voor de trein, anders kan ze niet naar haar moeder dit weekend en dit is afgesproken. Ze heeft recht op contact met haar moeder en moet voor haar zorgen! Ze wordt kapotgemaakt en klein gehouden, roept ze. Ze wordt steeds bozer.
Wat moet je doen
bij frustratie-agressie?
Noem zoveel mogelijk speerpunten.

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Wat vond je het moeilijkst tijdens het rollenspel?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Waar ben je het meest trots op?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat neem je mee naar je stage?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions