Begrijpend lezen, CITO herhalen, invulvragen

Begrijpend lezen

Invulvragen

Hoe maak ik die het beste?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen

Invulvragen

Hoe maak ik die het beste?

Slide 1 - Slide

Bij begrijpend lezen begin ik altijd met het lezen van de opdrachten en kijk ik of ik het goede antwoord herken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Bij begrijpend lezen lees ik eerst de tekst, voordat ik aan de opdrachten begin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Bij invulvragen lees ik de stukken tekst rondom het invulvak vluchtig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Bij invulvragen probeer ik alle antwoorden een keer in de tekst, om zeker te zijn van mijn antwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Aandachtspunten Invulvragen
1. Lees eerst de hele tekst, zodat je weet waar de tekst over gaat.
2. Les het stuk rondom het invulvak opnieuw voordat je de opdracht bekijkt.
3. Bedenk voor jezelf: Wat zou ik zelf invullen in dit vak?
4. Kijk of dit antwoord, of iets wat er op lijkt bij de antwoorden staat.

Slide 6 - Slide

Opdracht
Start met de tekst volgende de 4 stappen:
1. Hele tekst - 2. Stukje rondom invulvak opnieuw - 3. Wat kan hier staan? - 4. Staat dit tussen de antwoorden?

Slide 7 - Slide

Wat past het best op plaats 1?
A
gaan in protest
B
krijgen andere werkzaamheden
C
maken zich zorgen
D
verwachten topdrukte

Slide 8 - Quiz

Toelichting
A. Gaan in protest: Tegen wie? Welke keuze is er gemaakt?
B: Krijgen andere werkzaamheden: Juist niet, het wordt waarschijnlijk heel druk + het is te koud.
C: Maken zich zorgen: Goed, het water is te koud en er komen waarschijnlijk veel mensen naar het strand.
D: Verwachten topdrukte: Klopt deels, maar een ander antwoord is beter + dit klinkt positief.

Slide 9 - Slide

Opdracht
Kijk naar het tweede invulvak
4 stappen:
1. Hele tekst - 2. Stukje rondom invulvak opnieuw - 3. Wat kan hier staan? - 4. Staat dit tussen de antwoorden?

Slide 10 - Slide

Wat past het best op plaats 2?
A
al lekker warm
B
erg fijn
C
verblindend
D
verraderlijk

Slide 11 - Quiz

Toelichting
A: Al lekker warm: het tegenovergestelde is juist waar, de zon is nog lang niet warm genoeg.
B: Erg fijn: de zon is veel te koud, in plaats van erg fijn.
C: Verblindend: zou kunnen, maar hier staat niks over in de tekst en heeft niks te maken met de tekst.
D: Verraderlijk: Het goede antwoord. De zon lijkt lekker warm, maar heeft het zeewater nog lang niet genoeg verwarmd.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Zeewater nog steenkoud: Opdracht 1 t/m 6
De taal van muziek: Opdracht 1 t/m 5

Klaar?
Weektaak!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide