Libre Service Unité 3 VWO Phrases Clés et Grammaire

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Libre Service Unité 3 VWO Phrases Clés et Grammaire

Woorden uit Unité 3
Welke weet je nog?

Met welke woordjes kun je het lijdend voorwerp vervangen?

1. le, la, les, l`
2. mon, ma, mes, le
3. lui, leur, la, le
4. mon, le, ma, la

Met welke woordjes kun je het meewerkend voorwerp vervangen?

1. le, les
2. lui, leur
3. lui, l', leur
4. le, lui, leur, les

Door welk woordje vervang je het zinsdeel met hoofdletters?
Ma mère déteste MA MUSIQUE.

1. lui
2. la
3. ma
4. leur

Door welk woordje vervang je het zinsdeel met hoofdletters?
Amélie écrit une lettre À MON FRÈRE.

1. le
2. leur
3. lui
4. mon

Schrijf de nieuwe zin op. Vervang het lijdend woorwerp.
Ma mère déteste ma musique.

Schrijf de nieuwe zin op. Vervang het meewerkend voorwerp.
Amélie écrit une lettre à mon frère.

Schrijf de nieuwe zin op. Vervang het lijd. voorwerp
Hier, j'ai mangé une pomme.

Hoe vertaal je: Welke vlogger vind je het leukst?

1. Quel vlogger tu préfère?
2. Quel youtubeur tu préfères?
3. Quel youtoubeur tu trouves joli?
4. Quel vlogger tu trouve joli?

Vertaal: Cette semaine, on va apprendre à faire une tarte aux pommes.

Vertaal: Il faut du chocolat et 100 grammes de beurre.

Vertaling van: Je zet hem in de oven.

1. Tu lui mets dans le four.
2. Tu le mets au four.
3. Tu le mélanges dans le four.
4. Tu lui verses au four.

Welk cijfer denk je te halen voor jouw volgende toets?