Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Les 2 - democratie en dictatuur
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wanneer mag je in Nederland stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen?
Slide 3 - Open question
75 zetels
150 zetels
100 zetels
Direct gekozen door het volk
Indirect gekozen door het volk
Slide 4 - Drag question
De staatshoofd van Nederland is...
A
Minister-president
B
De koning
C
Het parlement
D
De regering
Slide 5 - Quiz
Leerdoelen
- Je kan omschrijven wat een (parlementaire) democratie is.
- Je kan omschrijven wat een dictatuur is.
- Je kan zes verschillen benoemen tussen een democratie en een dictatuur.
- Je kan drie voorbeelden noemen van dictaturen in de wereld.
- Je kan onderscheid maken tussen persvrijheid en censuur.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Parlement die is gekozen door de burgers.
Vrije en geheime.
Eén persoon of partij.
Persvrijheid.
Censuur
Niet vrij en geheim. Vaak één partij.
Slide 29 - Drag question
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Slide 33 - Slide
De overheid gebruikt censuur.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 34 - Quiz
Er neemt maar één partij deel aan de verkiezingen.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 35 - Quiz
Er zijn vrije en geheime verkiezingen
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 36 - Quiz
De politieke macht ligt bij het parlement.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 37 - Quiz
In een dictatuur is het recht om te mogen demonstreren een politiek grondrecht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quiz
Nederland is een parlementaire democratie. Welk kenmerk past niet bij een parlementaire democratie?
A
Er zijn grondrechten, zoals iedereen is gelijk.
B
De politieke macht ligt bij het parlement.
C
De regering beslist of een wet wordt aangenomen.
D
Er zijn vrije en geheime verkiezingen.
Slide 39 - Quiz
Tekst 1
Het staatshoofd van Finland is de president, die via een volksstemming voor een termijn van zes jaar wordt gekozen. De wetgeving wordt behandeld door het eenkamerparlement waarvan de 200 leden gekozen worden voor een termijn van vier jaar. Alle Finnen die minstens 18 jaar oud zijn kunnen stemmen. Het belangrijkste bestuurlijke orgaan van het
land is het kabinet dat aan het parlement verantwoording schuldig is.
Slide 40 - Slide
Welke staatsvorm heeft Finland?
A
Dictatuur
B
Monarchie
C
Republiek
Slide 41 - Quiz
Het kabinet
De regering
Het Parlement
Ministers
Ministers
Koning
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Staatssecretarissen
Slide 42 - Drag question
Burgerinitiatief
Demonstratie
Referendum
Idee waarmee je door 40.000 handtekeningen het in Tweede Kamer wordt besproken.
Een groep mensen die bij elkaar komen om ergens de aandacht op te vestigen of om ergens tegen te protesteren.
Volksraadpleging
. Een soort verkiezing, maar dan met twee keuzes