NK, Kapitel 5, les 9 week 15

Guten Morgen
Liebe Schüler 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 38 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Guten Morgen
Liebe Schüler 

Slide 1 - Slide

Lernziel(e)
Je weet wat een keuzevoorzetsel is en wanneer je welke naamval bij welk voorzetsel moet kiezen.

Je kunt een Duits gesprek zodanig voorbereiden dat je het ook kunt voeren bij Taaldorp


Slide 2 - Slide

Denk aan de bonustoets woorden
H32: dinsdag 6 mei
H33: vrijdag 9 mei

Slide 3 - Slide

Programma:
Deel 1:
- herhaling uitleg keuzevoorzetsel en stappenplan
- HW nakijken
- Zelfstandig aan het werk.

Deel 2:
- Taaldorp
- zelfstandig werken 


Slide 4 - Slide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 5 - Slide

Keuzevoorzetsels "folder"
4
3
/
4

Slide 6 - Slide

Wechselpräpositionen zijn keuzevoorzetsels. 
an:                    aan
auf:                  op
hinter:            achter
in:                     in
neben:           naast
über:               boven
unter:             onder
vor:                  voor
zwischen:    tussen

Slide 7 - Slide

Stappenplan

Slide 8 - Slide

Dativ -> 3e nv
Dativ = rust, ergens zijn.

Je kunt de vraag: Wo (waar)? of wann (wanneer)? stellen

Die Zeitung liegt auf dem Tisch. 
Akkusativ -> 4e nv
Akkusativ = beweging, ergens heen. 

Je kunt de vraag: Wohin (waarheen)? stellen

Sie wirft die Zeitung auf den Tisch (m). 

Slide 9 - Slide

Huiswerk nakijken
E-> Aufgabe 18, 19, 20, 22, 24, 25, 26, 27, 28 in folder


Kapitel 5
G-> Aufgabe 39, 40 ,41, 42, 43, boek
G-> Aufgabe 44, online

Slide 10 - Slide

Aufgabe 18
Aufgabe 18 

Slide 11 - Slide

Aufgabe 19
Aufgabe 19
Vor einer Woche standen wir in einem Stau. Vor uns war ein Unfall passiert. Ein Auto stand quer auf der Straße. Zum Glück kam schnell Hilfe: Wir sahen über uns einen Hubschrauber und hinter uns kam ein Krankenwagen.

Slide 12 - Slide

Aufgabe 20
1 Was ist vor dem Unfall passiert? wann
2 Leg das Geld bitte in das Portmonee. wohin/beweging
3 Wollen wir hier über die Straße gehen? wohin/beweging
4 Das Projekt findet an einem Freitag statt. wann
5 Papa hat hinter dem Krankenwagen geparkt. wo
6 Der Hubschrauber steht auf dem Krankenhausdach (o) wo


Slide 13 - Slide

Aufgabe 22

Aufgabe 22

Slide 14 - Slide

Aufgabe 24

Slide 15 - Slide

Aufgabe 25
1 Was haltet ihr von dem Projekt?
2 Wo habe ich nur meinen Ausweis hingelegt?
3 Wer hat dem Verein 10.000 Euro gespendet?
4 Leg bitte den Ausweis neben das Portmonnee.
5 Er hat dem Arzt gesagt, dass er nur leicht verletzt ist.

Slide 16 - Slide

Aufgabe 26
1 Kommst du heute Abend zu uns?
2 Ohne sie macht das Projekt keinen Spaß.
3 Dieses Projekt ist genau das Richtige für euch.
4 Der Polizist hat sie nach ihrem Ausweis gefragt.
5 Dieses Fest wurde von unserem Verein organisiert.
6 Wir haben gar nicht mit eurer Unterstützung gerechnet, danke!


Slide 17 - Slide

Aufgabe 27

Slide 18 - Slide

Aufgabe 28

Slide 19 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 39 

Slide 20 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 40

Slide 21 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 41

1 in zehn Jahren
2 ich weiß nicht, ob ich …
3 mein absoluter Wunschtraum
4 Sänger oder Schauspieler zu werden
5 ist mir das gelungen
6 Ich bin nicht sicher, ob …
7 Ich frage mich, ob …
8 was zu mir passt

Slide 22 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 42
a
1 fange ich an
2 Ich fliege nach Paris!
3 Ich gehe in den Supermarkt.
4 Ich möchte ins Ausland gehen.
5 Was macht ihr morgen?

Slide 23 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 42
b
Endlich einen Praktikumsplatz gefunden! Nächste Woche fange ich an! #Siemens
#Zukunftspläne Ich möchte im Ausland arbeiten.
Was macht ihr morgen, Leute?
@SAKU Ich fliege nach China!!!
@SAKU Ich gehe zum Supermarkt.






Slide 24 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 42

Slide 25 - Slide

G Schreiben, Aufgabe 43
1 Möchtest du ein Praktikum machen?
2 Was kaufst du für Oma?
3 Geht ihr zur Bushaltestelle?
4 Sie möchte eine Weltreise machen.
5 Ich fahre morgen mit dem Zug nach Berlin.

Slide 26 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Werk in het oefendocument. Maak opdracht 1 t/m 4


Slide 27 - Slide

Deel 2

5 Minuten Pause.

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video

Voorzetsels 3e naamval 
uit
bij
met
na / naar
sinds
van
naar (personen)
aus   =
bei    = 
mit    =
nach =
seit   =
von   =
zu     =

Slide 30 - Slide

Voorzetsels 4e naamval (DOGBUF)
tot
door
voor
tegen
zonder
om
bis     =
durch =
für      =
gegen =
ohne   =
um      =

Slide 31 - Slide

Keuzevoorzetsels 
an
aan/op (alleen bij dagen)
auf
op
hinter
achter
neben
naast
in 
in/binnen
über
over
unter
onder
vor
voor 
zwischen
tussen

Slide 32 - Slide


De 7/2 regel
Soms kun je niet vragen waar/waarheen of wanneer.  
Dan gaat bij deze voorzetsels de 7/2 regel in. Dat houdt in 
dat auf en über altijd een 4e naamval krijgen, de overige 7 voorzetsels een 3e naamval .


Slide 33 - Slide

Taaldorp Les 1
  • Datum:  vrijdag 23 mei 
  • Maak het eerste gesprek
  • Vorm groepjes van 4 personen
  • Verdeel de taken
  • Lees de opdracht

Slide 34 - Slide

Zelfstandig aan het werk
E-> Aufgabe 24, 25, 26, 27, 28 in folder

Kapitel 5
G-> Aufgabe 39, 40 ,41, 42, 43, boek
G-> Aufgabe 44, online








Slide 35 - Slide

Deel 2
Neue Grammatik

Slide 36 - Slide

Hausaufgaben
1. Maak van werkblad Aufgabe 1 t/m 4
2. Gesprek 1 "MC Donalds"van het document taaldorp.
3. Leer de woorden van Kapitel van K4/K5

Slide 37 - Slide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Je weet wat een keuzevoorzetsel is en wanneer je welke naamval aan welk voorzetsel moet koppelen.

Slide 38 - Slide