WEEK 20- MIÉRCOLES 14-5-25

Mevrouw de Cuba
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

El programa de hoy
5 min - bienvenidos 
15 min - empezamos
5 min - los verbos 
15 min - la rutina
30 min - escritura 
 

Slide 3 - Slide

OBJETIVOS (DOELEN)


Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.








SUCCESCRITERIA

  • Je weet wat een wederkerende werkwoord is.

  • Je kunt de wederkerende werkwoorden  in korte en eenvoudige zinnen toepassen.


  • Je kunt een eenvoudige tekst over je dagelijksroutine schrijven in het Spaans.

Slide 4 - Slide

¿QUÉ SIGNIFICA?
DURANTE
DESPUÉS
POR LA NOCHE
LEVANTARSE
LEER
DESCANSAR
EMPEZAR
TERMINAR
ACOSTARSE
CENAR
timer
5:00

Slide 5 - Slide

PRACTICAMOS

timer
5:00
despierto

Slide 6 - Slide


¿Qué es un verbo reflexivo? Wat is een wederkerende werkwoord?
¿Qué diferencia hay entre un verbo reflexivo y uno verbo NO reflexivo? Wat is het verschil tussen een wederkerende en niet wederkerende werkwoord?

¿Qué diferencia hay entre un verbo reflexivo en español y en holandés?
Wat is het verschil tussen Spaans en Nederlands met de wederkerend werkwoorden?
Piensa en dos ejemplos./ Bedenkt 2 voorbeelden.
COMENTA CON TU COMPAÑERO
TUSSENTAAK

Slide 7 - Slide

la primera persona (yo)
Klaar?
Open je laptop en ga naar de agenda van Magister vandaag.
Huiswerk -> Maak de oefeningen online : VERBOS REFLEXIVOS
timer
7:00

Slide 8 - Slide

me levanto
hago
juego
voy
se levanta
os levantáis
se levantan
hacemos
haces
hacen
juegas
juega
jugamos
te vistes
se viste
nos vestimos
os vestís
va
vamos
van
CONTROLA

Slide 9 - Slide


Yo ___ lavo la cara.
A
te
B
nos
C
se
D
me

Slide 10 - Quiz


Ella ____ despierta a las siete de la mañana.
A
te
B
nos
C
se
D
os

Slide 11 - Quiz


Nosotros ____ cepillamos los dientes.
A
nos
B
os
C
se
D
me

Slide 12 - Quiz

Lidwoorden (m/v) 
De/het    (bepaalde)




EL
LOS 
ev
mv
Mannelijk
Vrouwelijk
LA
LAS

Slide 13 - Slide

Lidwoorden (m/v) 
een    (onbepaalde)




UN
UNOS
ev
mv
Mannelijk
Vrouwelijk
UNA
UNAS

Slide 14 - Slide

Zelfstandig naamwoorden 
In het Spaans zijn zelfstandig naamwoorden:  mannelijk of vrouwelijk.
Ejemplo (voorbeeld):


el chico
de jongen
la chica
het meisje
___ chico
een jongen
__ chica
een meisje

Slide 15 - Slide

Vrouwelijk of Mannelijk
Mannelijk
Voorbeeld
el/los
un/unos
el libro
un libro
Vrouwelijk
Voorbeeld
la/las
una/unas
la mesa
una mesa
Mannelijk
Voorbeeld
-o
el libro
-ma
el problema
-l
el mal
-n
el tren 
-r
el bar
-s
el autob;ús
Vrouwelijk
Voorbeeld
-a
la casa
-dad
la realidad
-tad
la libertad
-tud
la solicitud
-ión
la televisión
-umbre
la costumbre

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide



Ik heet...
A
Vivo en...
B
Me llamo...
C
Tengo...años.
D
Soy de...

Slide 19 - Quiz



dankjewel!
A
¡Adiós!
B
¡Por favor!
C
¡Hola!
D
¡Gracias!

Slide 20 - Quiz



¿De dónde eres?
A
Wat is je naam?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Hoe gaat het?

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

TAREA DE ESCRITURA.

Je hebt net Alberto gehoord over zijn dagelijksroutine. 

¿Qué hace Alberto normalmente?

Nu ga jij een tekst schrijven van circa 60 woorden waarin jij vertelt hoe je dag eruitziet.
Gebruik werkwoorden zoals:
levantarse, desayunar, ir al instituto, tener clase, comer algo, volver a casa, cenar, hacer los deberes, jugar a los videojuegos, mirar los social, acostarse.

TAREA PARA ENTREGAR
timer
20:00

Slide 23 - Slide

OBJETIVOS (DOELEN)


Je kunt  in Spaans vertellen wat in de week doet.








SUCCESCRITERIA

  • Je weet wat een wederkerende werkwoord is.

  • Je kunt de wederkerende werkwoorden  in korte en eenvoudige zinnen toepassen.


  • Je kunt een eenvoudige tekst over je dagelijksroutine schrijven in het Spaans.

Slide 24 - Slide