2H1 1 leesvaardigheid betogende tekst en argumenten

Leesvaardigheid
1. betogende tekst en argumenten
2. kritisch lezen
3. verwijswoorden
4. tekstverband: oorzaak en gevolg
5. activerende tekst
6. beeld en opmaak
7. tekstverband: middel/doel, voorwaardelijk
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
1. betogende tekst en argumenten
2. kritisch lezen
3. verwijswoorden
4. tekstverband: oorzaak en gevolg
5. activerende tekst
6. beeld en opmaak
7. tekstverband: middel/doel, voorwaardelijk

Slide 1 - Slide

Lesdoelen leesvaardigheid
Je herkent de kenmerken van een betogende tekst:
1. Driedeling inleiding-kern-slot
2. Meningen en argumenten
3. Argumenten: feiten en meningen 
4. Soorten betogende teksten

Slide 2 - Slide

Waarom leesvaardigheid?

Slide 3 - Open question

betogende tekst

Slide 4 - Mind map

Betogende teksten hebben als doel
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 5 - Quiz

Als je de mening van een schrijver wil weten, pas je deze leesstrategie toe
A
studerend lezen
B
verkennend lezen
C
zoekend
D
nauwkeurig lezen

Slide 6 - Quiz

Als de schrijver jou wil overtuigen, gebruikt hij deze argumenten:
A
meningen van voor- en tegenstanders
B
zijn eigen mening
C
argumenten met feiten
D
zijn eigen ervaring

Slide 7 - Quiz

wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 8 - Open question

Hier lees je in een betogende tekst de belangrijkste informatie:
A
inleiding
B
inleiding en kern
C
inleiding en slot
D
titel en inleiding

Slide 9 - Quiz

Betogende tekst
Welke signaalwoorden horen bij een betogende tekst?

Slide 10 - Slide

betogende tekst
dus daarom
omdat daardoor
want, zodat
kortom, al met al
nadat
zodra

Slide 11 - Drag question

Betogende tekst: opdracht
5 minuten:
1. Lesboek, Lees de theorie op p. 104:  betogende tekst en argumenten
2. Lees de tekst Multitasken, p. 105
3. Wat voor soort tekst is dit: een opiniërend artikel, een ingezonden brief of een klachtenbrief?



timer
1:00

Slide 12 - Slide

Betogende tekst: opdracht
Lees de tekst Multitasken, p. 105, schrijf de antwoorden op. 7 minuten
1. Heeft deze tekst een tweedeling of een driedeling? Verklaar je antwoord. 
2. Wat vindt de schrijver van multitasken in het onderwijs?
3. Hoeveel argumenten gebruikt de schrijver?
4. Bij welke argumenten gebruikt de schrijver feiten?
5. Welke signaalwoorden voor betogende teksten herken je in deze tekst?
6. Wat vind je van zijn argumenten? Heeft hij jou overtuigd? Waarom wel/niet?


Slide 13 - Slide