Mens en Activiteit - Les 2

Mens en Activiteit
In dit boek leer je om activiteiten te organiseren voor allerlei leeftijden.

  • Je leert hoe je de juiste activiteiten voor een bepaalde doelgroep kiest
  • Je leert hoe je een planning maakt 

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Mens en Activiteit
In dit boek leer je om activiteiten te organiseren voor allerlei leeftijden.

  • Je leert hoe je de juiste activiteiten voor een bepaalde doelgroep kiest
  • Je leert hoe je een planning maakt 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom!
Binnen komen
Tas op de grond
Spullen pakken
Aanschuiven
B
A
S
T
A
Aandacht
Mobiel in de tas
Rustig op je plaats gaan zitten
Lesboek(ken) | Schrift | Etui | Laptop
Dus niet op schoot of achter je rug ;-)
Aandacht voor de docent (stil zijn)
timer
3:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Mens en Activiteit
h 1 Kennismaken met organisaties
h2 Ontwikkelingsfasen
h3 Ken je doelgroep
h4 Communicatie
h 5 Activiteiten voorbereiden
h6 Activiteit uitvoeren en afronden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H 1 Kennismaken met organisaties
Doelen
  • Je kunt uitleggen wat een activiteit is
  • Je kunt de volgende begrippen uitleggen en er een voorbeeld van geven: sociale, recreatieve, sportieve, educatieve, individuele activiteit
  • Je kunt uitleggen wat een doelgroep is en een voorbeeld geven
  • Je kunt een passende activiteit voor een doelgroep bedenken
  • Je kunt organisaties noemen die activiteiten voor bepaalde doelgroepen organiseren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten activiteiten
Sociale activiteit = samen zijn met mensen en in contact zijn.
Recreatieve activiteit = om te kunnen ontspannen. 
Sportieve activiteit = lichamelijk in beweging zijn.
Educatieve activiteit = waar je van leert.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Groeps- of individuele activiteit
Groepsactiviteit = met meerdere

Individuele activiteit = alleen

Soms kan het ook beide zijn.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

welke doelgroepen ken je?

Slide 7 - Mind map

Doelgroep = indeling op basis van gezamenlijke kenmerken, zoals leeftijd, hobby’s, ziekte, handicap.

Welke organisaties ken je ? ( voor verschillende doelgroepen)

Slide 8 - Mind map

kdv peuterspeelzaal bso brede school Integrale kindcentra
crisisopvang
vrouwenopvang ( blijf van mijn lijf/ veilig thuis-huis)buurthuis wijkcentrum jongerencentrum, asielzoekerscentra, dak- en thuislozenopvang
activiteitencentra ( dagbesteding) MKDV 

Doelgroepen = indeling op basis van gezamenlijke kenmerken, zoals leeftijd, hobby’s, ziekte, handicap.

Kinderopvang:
  • Kinderdagverblijf:0-4 jaar
  • Peuterspeelzaal:2-4 jaar
  • BuitenSchoolse Opvang 4-13 jaar


Verticale groep: niet iedereen is even oud. ( 0-4 jaar)
Horizontale groep: iedereen is even oud, bijv. een babygroep en een peutergroep.


Homogene groepen: groepen met dezelfde kenmerken, bijv leeftijd of geslacht. Een groep 5 op de basisschool. 
Heterogene groepen: in deze groep zijn de verschillen groter. Een groep 5/6 op de basisschool.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

 Brede scholen en integrale kindcentra (IKC)
Brede school: basisschool die samenwerkt met verschillende organisaties zoals kinderopvang, peuterspeelzalen, cultuur-, sport- en welzijnsinstellingen.

Bij een IKC werken de verschillende organisaties echt met elkaar samen omdat zij hetzelfde denken over opvang en onderwijs. 
  
  


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Buurthuis of wijkcentra
Activiteitencentrum van en voor bewoners in de buurt.

Een jongerencentrum is een instelling waar jongeren, om zich te ontspannen of om informatie te verkrijgen over  onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Dagbesteding
Activiteitencentra zijn bestemd voor mensen die geen baan hebben.
 
  • Medische kinderdagverblijf.
  • Centra voor dagbesteding. 
  • Zorgboerderijen. 
   
  


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

 (Crisis) Opvangcentra
(Crisis)opvangcentra

  • Crisisopvang
  • Vrouwenopvang 
  • Asielzoekerscentra 
  • Dak- en thuisloze opvang
 
  


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verpleeghuis, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum
 Mensen hebben zorg nodig bij:
  • Herstellen van een ziekte of ongeval
  • Ziekte als dementie
  • Lichamelijke aandoening
  • Niet meer voor zichzelf kunnen zorgen
 
  


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Belangrijk bij Activiteiten organiseren :

  • Doel van de activiteit
  • wat wil en kan de doelgroep
  • budget
  • aansluiten bij de leeftijd, het gedrag en de lichamelijke en/of geestelijke beperkingen
  • voldoende personeel/ begeleiding
  • speciale behoeften ( bijv. allergieën)     

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Draaiboek maken
Een draaiboek maak je voor de organisatie van een bepaald evenement of een bepaalde gebeurtenis. Je beschrijft daarin zo precies en compleet mogelijk wat er allemaal moet gebeuren voor een bepaalde gebeurtenis of dag.


 Zo hoort je draaiboek er ongeveer uit te zien:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Motoriek = bewegen.
Grove motoriek = grote, grove bewegingen die je met je lijf maakt. Bijvoorbeeld lopen, zwemmen, fietsen, rennen, traplopen.
Fijne motoriek: de kleinere bewegingen die je met je handen en vingers maakt. Dit zijn bewegingen waarbij je je vaak goed moet concentreren, bijvoorbeeld tekenen en schrijven.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions