5.2 Nederlanders en Belgen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

5.2 Nederlanders en Belgen

Pak je werkboek, schrift en pen er bij. Laptop is niet nodig.

Planning

Herhaling vorige lessen

Instructie 5.2 + doelen

Opdrachten maken
Filmpje
Doelen controleren

Welke begrippen zijn er in hoofdstuk 5 langs gekomen?

Maak een lijstje met begrippen in je aantekeningenschrift en vergelijk deze met je buur.

Weten jullie ook nog de betekenis?
 

Leerdoelen

Je weet hoe de staten België en Nederland onderverdeeld zijn in kleinere regio's en dat daartussen verschillen bestaan.

Je kunt enkele algemene verschillen tussen Nederlanders en België beschrijven.

Je begrijpt dat mensen de regionale identiteit soms belangrijker vinden dan de nationale identiteit.

Eenheidsstaten:

Nederland is een  eenheidsstaten. Dat betekend gebieden met een vast gestelde grens er om heen, met een volk en regels en afspraken (wetten die gehandhaafd worden)

In eenheidsstaten woont een volk wat zich identificeert met het land

Aantekening

Federale staat

Een federale staat: een staat die bestaat uit deelgebieden die meer of minder zelfstandig zijn. 

Aantekening

Gemeenschappen

Culturele groepen in België.
Er is een Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige gemeenschap.

Hoe België is verdeeld

In gemeenschappen

De Vlaamse gemeenschap

Hier wordt Belgisch-Nederlands (Vlaams) gesproken

Hoe België is verdeeld

In gemeenschappen

De Franse gemeenschap

Hier wordt Frans gesproken

Hoe België is verdeeld

In gemeenschappen

De gemeenschap Brussel is

officeel tweetalig en hoort bij het Franse én het Vlaamse deel!

Hoe België is verdeeld

In gemeenschappen

De Duitse gemeenschap

Hier wordt Duits gesproken

Verschillen

Verschillen tussen Nederland en België zijn: 

• De godsdienst is in België belangrijker dan in Nederland, dit is een onderdeel van de identiteit
• Belgen zijn meer gefocust op familie en vrienden. Een goed contact is belangrijker dan een goed contract. 
• Chauvinisme ontbreekt bij beide: dit is een overdreven liefde voor het vaderland



Van lokaal naar landelijk

• Chauvinisme = sterke liefde voor je vaderland.
• Regionalisme = sterke verbondenheid met je eigen regio. 
• Lokalisme = sterke verbondenheid met je dorp, stad of gemeenschap. 

Te sterke verbondenheid met de eigen groepen kan leiden tot onverdraagzaamheid en conflicten.

Aan de slag

Maak op blz. 152 en 153 opdracht 1 tot en met 8

Leerdoelen checken:

Je weet hoe de staten België en Nederland onderverdeeld zijn in kleinere regio's en dat daartussen verschillen bestaan.

Je kunt enkele algemene verschillen tussen Nederlanders en België beschrijven.

Je begrijpt dat mensen de regionale identiteit soms belangrijker vinden dan de nationale identiteit.

Wat beïnvloedt de economie van grensgebieden?

1. Internationale handel
2. Minder werkgelegenheid
3. Toerisme
4. Hogere belastingtarieven

Welke factor beïnvloedt de cultuur aan de grens?

1. Eenheidsworst cultuur
2. Tradities uit buurlanden
3. Gelijke wetgeving
4. Taalverschillen

Hoe beïnvloeden grenzen het milieu?

1. Verspreiding van soorten
2. Milieuverdragen
3. Verhoogde biodiversiteit
4. Afname van vervuiling

Wat is het belangrijkste doel van het Verdrag van Schengen?

1. Vrij verkeer van personen binnen Europa
2. Verhogen van douanecontroles

Een voordeel van het Verdrag van Schengen is?

1. Minder wachttijden bij grensovergangen
2. Strengere visumregels voor toeristen

Een nadeel van het Verdrag van Schengen is?

1. Moeilijker om criminelen te volgen
2. Verbeterde samenwerking tussen landen

Waarom kan regionale identiteit belangrijker zijn?

1. Nationale wetten zijn altijd beter.
2. Mensen voelen meer verbonden met hun regio.
3. Regionale identiteit is altijd minder relevant.
4. Regionale cultuur en tradities zijn uniek.

Wat kan regionale identiteit beïnvloeden?

1. Klimaatverandering wereldwijd.
2. Economie van de regio.
3. Lokale geschiedenis en erfgoed.
4. Internationale politiek en relaties.

Hoe kan regionale identiteit tot uiting komen?

1. Via lokale festivals en evenementen.
2. Via internationale handelsverdragen.
3. Door dialect en lokale taal.
4. Door nationale sportteams te steunen.