1MH - Herhaling H4 Beeldenstorm
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke problemen hadden de hervormers met de kerk?
A
De kerk was te rijk
B
De kerk liet je een plekje in de hemel kopen
C
De paus was een gewelddadig persoon
D
Ze waren jaloers op de macht van de kerk
Slide 2 - Quiz
Hervormers wilden een splitsing van de kerk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de gevolgen van de splitsing van de christelijke kerk?
A
Religieuze conflicten en oorlogen
B
Eenheid en vrede onder christenen
C
Grotere invloed van de paus
D
Ontstaan van verschillende stromingen binnen het christendom
Slide 4 - Quiz
Waarom kwam er na 1500 een splitsing in de christelijke kerk?
A
De kerk had geen geld meer, dus moesten ze uit elkaar
B
De kerk wilde niet veranderen en daarom viel de kerk uiteen.
C
De kerk was veroverd door de kruistochten
D
De kerk was vernietigd door de Nederlandse Opstand
Slide 5 - Quiz
Hoe noemen we de splitsing in de Christelijke kerk?
A
Reformatie
B
Hervorming
C
Vervolging
D
Aflaten
Slide 6 - Quiz
Waar of niet waar
Het gevolg van de reformatie is de splitsing van de kerk in een katholieke en protestantse kerk
Het gevolg van de reformatie is de splitsing van de kerk in een katholieke en protestantse kerk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Kettervervolging
Hervorming / reformatie
Paus
Filips II
Luther
Protestantisme
Katholicisme
95 stellingen
Slide 8 - Drag question
Gebeurtenis
indirecte oorzaak
directe oorzaak
Reformatie
Smeekbede aan landvoogdes
Kettervervolgingen
Slide 9 - Drag question
Wat past rond 1500 bij een goed christelijk leven?
A
De armen helpen
B
Genieten van het leven op aarde
C
In grote rijkdom leven
D
Ketterse ideeën hebben
Slide 10 - Quiz
Hoe heet de rechtbank die door de christelijke kerk werd opgericht?
A
Inkwiesietie
B
Inqwiesietie
C
Inquisitie
D
Inquisietsie
Slide 11 - Quiz
Om welke twee redenen richtte de kerk de inquisitie op? Sleep die antwoorden naar het hokje.
De kerk wilde voorkomen dat de ketters een plekje in de hemel zouden krijgen.
De kerk zou uit elkaar vallen, als iedereen op zijn eigen manier zou geloven.
Ketters moesten worden vervolgd, omdat ze niet meer in god geloofden.
Ketters overtraden de wet en moesten daarom voor een rechtbank komen.
Volgens de kerk was er maar één juiste manier om te geloven. .
Slide 12 - Drag question
Waarvan is aan aflaat (briefje om in de heel te komen) volgens Luther een bewijs?
A
Dat iemand de kerk begonnen was met een hervorming.
B
Dat de kerk vooral geld wilde verdienen.
C
Dat iemand de regels van de kerk had overtreden.
D
Dat iemand met deze brief een plekje in de hemel kreeg.
Slide 13 - Quiz
Is de kritiek van Luther een oorzaak of gevolg van de hervorming?
A
Oorzaak
B
Gevolg
Slide 14 - Quiz
Wat is een ketter?
A
Iemand die geloofd in het christendom.
B
Iemand die gelooft in andere ideeën dan het christendom.
C
Iemand die niet naar de kerk gaat.
Slide 15 - Quiz
In welk jaar vond de beeldenstorm plaats?
A
1550
B
1555
C
1560
D
1566
Slide 16 - Quiz
Wat is een oorzaak?
A
Een verandering
B
Waardoor iets is gebeurt
C
Een belangrijke zaak in de geschiedenis
Slide 17 - Quiz
Protestantse kerk
Katholieke kerk
Slide 18 - Drag question
Protestantse kerk
Katholieke kerk
Slide 19 - Drag question
Welke gebeurtenis zie je hier?
Slide 20 - Open question
Wat is handelskapitalisme?
A
Handel drijven
B
Handel drijven met als doel de wereld veroveren
C
Handel drijven met als doel geld verdienen
D
Handel drijven met als doel winst maken
Slide 21 - Quiz
Wat zijn verschillen tussen de VOC en WIC?
A
De VOC maakte lange reizen en de WIC niet
B
De WIC handelde in het westen en de VOC in het oosten
C
De VOC had betere boten dan de WIC
D
De WIC deed aan driehoekshandel en de VOC niet
Slide 22 - Quiz
Wat zijn de twee belangrijkste kenmerken van de VOC en WIC?
A
Het recht om als enigste van NL te mogen handelen met een gebied
B
Het recht om forten te bouwen
C
Het recht om oorlog te voeren
D
Oost-Indië (Azië)
