4.3 Investeren

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Gedragsverwachtingen

Verantwoord:                       Tijdens mijn uitleg: STILTE

                                                    Actief luisteren

Vriendelijk:                            Elkaar laten uitpraten

 Bereken de kostprijs van één wafel.

Donny bakt voor het dorpsfeest 180 wafels.

 Voor de productie van 180 wafels heeft Donny het volgende nodig:

 9 kilo bloem à € 0,78 per kilo

 3 pakken suiker à € 0,92 per pak

 9 liter melk à € 1,38 per liter

 1 kilo boter à € 7,35 per kilo

 20 eieren € 22,-

 poedersuiker € 4,28

Leerdoelen                                 

Je weet aan het eind van de les ....

- waarom bedrijven investeren

My Skills:

#12 Initiatief tonen en pro-actief zijn

#14 Motivatie voor het werk hebben

Welke 4 productiefactoren zijn er?

Wat is een nadeel van lineaire economie?

Kapitaalgoederen

Hulpmiddelen

Kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn spullen die ik nodig heb om een product of dienst te maken/leveren. 

 bijv. bedrijfsauto, machines, gebouwen enz.

 Kapitaalgoederen kun je kopen (investeren) of huren. 

Investeren

Het kopen van kapitaal goederen, zoals een machine of

bedrijfswagen

Het doel van investeren:

Meer te produceren

Beter te produceren

Goedkoper te produceren

4.3

Maak opdracht 2 & 3 (blz. 122)

Tijd: 10 minuten

Hoe: zelfstandig, in stilte

Klaar? wacht op de rest

Leerdoelen: reflectie

Je weet aan het eind van de les ....

- wat investeren is

Wat is een voorbeeld van investeren?

1. Het kopen van een nieuwe telefoon voor persoonlijk gebruik.
2. Het kopen van een machine om een productiefabriek te starten.
3. Het betalen van huur voor een woning.
4. Het kopen van eten voor dagelijks gebruik.