Kwadratische vergelijkingen en de abc-formule

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Kwadratische vergelijkingen e

Huiswerk: t/m 10

Lees theorie B

Wat gaan we vandaag doen?

• Drie!! verschillende manieren om kwadratische vergelijkingen op te lossen
  
  
•  Wie is de mol?

Welke drie manieren zijn er?

• Ontbinden in factoren (maandag)
•                                  (vandaag)
• De abc-formule (over 2 weken)

(x−a)​2​​=c

Voorbeelden:

(x−a)​2​​=c

x​2​​=10

(x−1)​2​​=0

(x−34)​2​​=−19

x​2​​=10

(x−1)​2​​=0

(x−34)​2​​=−19

x​2​​=10

(x−1)​2​​=0

(x−34)​2​​=−19

x=√​10​​​

x​2​​=10

(x−1)​2​​=0

(x−34)​2​​=−19

x=√​10​​​

x=−√​10​​​

x​2​​=10

(x−1)​2​​=0

(x−34)​2​​=−19

x=√​10​​​

x=−√​10​​​

Kan niet!

(x−34)​2​​=−19

x​2​​=10

(x−1)​2​​=0

x=√​10​​​

x=−√​10​​​

Kan niet!

x−1=0

x=1

Wie is de mol?

Jullie gaan zo proberen om de opgave op het bord zo goed mogelijk op te lossen

Maar binnen jullie groep zit een mol!

Deze mol gaat proberen de opgave te saboteren

Jullie krijgen 5 minuten voor de opgave

Hebben de mollen 3x of meer gewonnen?

Dan krijgt de rest van de klas een extra opgave over kwadratische vergelijkingen EN

De mollen krijgen een time-outkaart (even 5 minuten niet aan wiskunde op een zelf gekozen moment)