Toen ik zes jaar
was,
ging ik naar het eerste leerjaar.
→ bij toen: in het eerste deel van de zin katapult, in het tweede deel van de zin inversie
Ik ging naar het eerste leerjaar, toen ik zes jaar was.
→ Wanneer we "toen" in de tweede zin gebruiken: eerst een normale zin (S+V), dan katapult in de tweede zin met "toen"