This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Geef in je eigen woorden aan wat het verschil is tussen inductie, deductie en abductie.
Slide 8 - Open question
Geef zelf een deductieve redenering met de zin 'alle Tilburgers zijn knettergek'
Slide 9 - Open question
Geef zelf een inductieve redenering met de zin 'alle Tilburgers zijn knettergek'
Slide 10 - Open question
Geef zelf een abductieve redenering met de zin 'alle Tilburgers zijn knettergek'
Slide 11 - Open question
Waarom leveren inductieve en abductieve redeneringen geen zekere kennis op?
Slide 12 - Open question
Leveren deductieve redeneringen altijd zekere kennis op? Illustreer je antwoord met een voorbeeld.
Slide 13 - Open question
Bij kennisleer hebben we twee stromingen besproken: het rationalisme en het empirisme. Bij welke stromingen horen de redeneringsvormen deductie, inductie en abductie? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open question
In wetenschappelijk onderzoek wordt zowel inductie als deductie toegepast. Leg uit welke redeneringsvorm in welke fase voorkomt.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Leg in je eigen woorden uit waarom de wetenschappelijke methode 'de empirische cyclus' genoemd wordt.
Slide 19 - Open question
In de praktijk wordt een hypothese bijna nooit volledig bevestigd of volledig verworpen. Leg uit waarom.