H1 start

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Allemaal

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Algemene zaken
  • Kennismaking
  • Start aan economie
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Algemene zaken
  • Regels
  • Boeken
  • Plattegrond

Slide 4 - Slide

Algemene regels
  1. Respect voor elkaar
  2. Tijdens uitleg ben je stil
  3. Je hebt je spullen bij je (Boek, schrift, rekenmachine, schrijfgerei)
  4. Je gaat op je vaste plek zitten 
  5. Telefoon thuis of in de kluis
  6. Te laat is kloppen 

Slide 5 - Slide

Kennismaking
Wie zijn jullie?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Mindmap maken
  • Klassikaal filmpje kijken (iedereen is stil).
  • In tweetallen samen mindmap maken
    Schrijf op wat je hebt gezien, wat je al weet, waar je aan denkt.
  • Klassikaal mindmaps bespreken.
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Spullencontrole
  • Leerdoelen
  • Uitleg H1.1
  • Opdrachten maken (huiswerk)

Slide 11 - Slide

Controle
Leg al je spullen op tafel, dan kom ik langs!
Boek, rekenmachine en pen!

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Deze paragraaf weet je...
  • wat een behoefte is;
  • hoe je een geldbedrag moet noteren;
  • het verschil tussen consumeren en produceren.

Slide 13 - Slide

Wat is een behoefte?
Wat zijn jouw behoeftes?

Slide 14 - Slide

Basis- en overige behoeften
We hebben twee soorten behoeften;

Basisbehoeften: je hebt ze nodig om te kunnen overleven, zoals eten, drinken, kleding etc.
Overige behoeften: ze maken je leven leuker / makkelijker, zoals telefoon, tv etc. 

Slide 15 - Slide

Snappen we dit?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Goederen vs. Diensten
Wat betekenen deze begrippen denken jullie?

Slide 18 - Slide

Wat is wat?
Goederen: tastbare producten, je gebruikt iets, zoals schaar, fiets, controller, voetbal etc. 

Diensten: niet-tastbare producten, je doet een handeling, zoals kapper, fietsmaker, gamen, voetballen etc. 

Slide 19 - Slide

Kopen jullie weleens iets? 
en wie maakt / doet iets zelf in plaats van het kopen?

Slide 20 - Slide

Consumeren en Produceren
Consumeren: kopen, je bent dan een consument, zoals frikandelbroodje in de pauze.

Produceren: je maakt iets zelf in plaats van consumeren, zoals eigen kleding maken, eigen fietsband repareren.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Nu mogen jullie
Wat? Opdracht 1 t/m 10
Hoe? Beginnen 5 min stilte, daarna overleggen
Wanneer? Einde les af, anders huiswerk voor deze week
Klaar? Mag je iets voor jezelf doen
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen
  • Spullencheck
  • Verder met uitleg 1.1
  • Afsluiting

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
Deze paragraaf weet je...
  • wat een behoefte is;
  • hoe je een geldbedrag moet noteren;
  • het verschil tussen consumeren en produceren.

Slide 26 - Slide

Controle
Leg al je spullen op tafel, dan kom ik langs!
Boek, rekenmachine en pen!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Geld
  • voor het bedrag typ je €
  • geld heeft 2 decimalen
  • tussen de helen en decimalen schrijf je een , 
  • op je rekenmachine is dit de .
  • bij duizendtallen noteer je een .
  • is een bedrag in hele euro's dan achter de , een -

Slide 29 - Slide

Even oefenen (opdracht 14)
Noteer ze op de juiste manier:
€6.49
17,50,-
8,5
€143312
131,65€
€1758493

Slide 30 - Slide

Nu mogen jullie
Wat? Opdracht 1 t/m 16 (14 samen gemaakt)
Hoe? Je mag overleggen, maar niet schreeuwen
Wanneer? Einde les af, anders huiswerk voor deze week
Klaar? Laat het me zien
timer
20:00

Slide 31 - Slide