What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Retaillogistiek en voorraadbeheer hfdst. 4 +5
1 / 66
next
Slide 1:
Slide
Retail
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
66 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
calamiteit
Slide 2 - Mind map
Calamiteit
een onverwachte gevaarlijke situatie zoals brand, een gaslek, bommelding etc.
die ernstige schade kan veroorzaken bij mensen dieren en materialen.
Slide 3 - Slide
Bedrijfshulpverlening
Om voorbereid te zijn op een calamiteit zijn er BHV'ers.
taken bhv’er
eerste hulp bij ongelukken (EHBO) verlenen
brand of de gevolgen van ongevallen beperken en bestrijden
alle aanwezigen in een gebouw alarmeren en evacueren
bij een ongeluk of calamiteit beslissen of hulp van bijvoorbeeld politie, brandweer of ambulance nodig is
Hulpmiddelen
verbandkoffer / AID / nooddouche
Slide 4 - Slide
Wat doet een BHV'er?
A
Eerste hulp verlenen
B
Brand bestrijden
C
Reanimeren
D
Alarmeren en evacueren
Slide 5 - Quiz
Is het verplicht om BHV'ers te hebben in een bedrijf?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Brandpreventie
De branddriekhoek:
drie elementen voor brand
brandbare stof
zuurstof
ontbrandingstemperatuur
brand doven?
weghalen een van de elementen
Slide 7 - Slide
Uit welke drie onderdelen bestaat de branddriehoek
A
Brandbare stof, stikstof en licht
B
Brandbare stof, stikstof en ontbrandingstemperatuur
C
Brandbare stof, zuurstof en licht
D
Brandbare stof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
brand voorkomen
Slide 10 - Slide
Wat is een voorbeeld van brandpreventie?
A
Brandwerende vloer
B
Brandslang
C
Rookmelders
D
BHV'er
Slide 11 - Quiz
Bouwkundige maatregelen
Zaken waar je bij de bouw van het pand al rekening mee houdt:
Branveilige (isolatie) materialen
Brandwerende ruimtes
Brandwerende deuren
Voldoende nooduitgangen
Slide 12 - Slide
technische maatregelen
Letten op brandpreventie bij het aanleggen van elektrische installaties
Geen overbelasting van installaties
vakman laten aanleggen
Brandmelders en sprinklers
verlichting van vluchtroutes
Slide 13 - Slide
Organisatorische maatregelen
Een deskundig BHV team
Zorg dat alle medewerkers weten wat ze moeten doen bij brand.
Orde en netheid
Nooduitgangen vrijhouden
Controle op blusmiddelen etc.
Zorg voor een goed ontruimingsplan en plattegrond
Slide 14 - Slide
Wat is een voorbeeld van een bouwkundige maatregel?
A
nooduitgangen, rookmelders, blusapparatuur
B
ontruimingsplan, bhv-ers
C
de cv-ketel laten installeren door een erkend installateur.
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een technische maatregel?
A
nooduitgangen, rookmelders, blusapparatuur
B
ontruimingsplan, bhv-ers
C
de cv-ketel laten installeren door een erkend installateur.
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een organisatorische maatregel?
A
nooduitgangen, rookmelders, blusapparatuur
B
ontruimingsplan, bhv-ers
C
de cv-ketel laten installeren door een erkend installateur.
Slide 17 - Quiz
Wat is het verschil tussen onderhoud en schoonmaak?
Slide 18 - Open question
ontruimingsplan
beschrijving van het pand
wijze van melden
verzamelplaats
vluchtroute
alternatieve vlucht route
hoe te handelen
oefenen
plattegrond
Slide 19 - Slide
Pictogrammen vluchtroute
Slide 20 - Slide
Taak BHV-er bij brand
Slide 21 - Slide
Bij brand zijn er 5 fases
Slide 22 - Slide
4
Slide 23 - Video
00:04
wat gebeurd er bij brandfase 1?
A
beeindigen alarm toestand
B
verzamelen BHV
C
ontruimen
D
melding maken
Slide 24 - Quiz
00:30
wat gebeurd er bij brand fase 2
A
ontruimen
B
verzamelen BHV
C
begeleiden evacués
D
melding
Slide 25 - Quiz
00:46
wat gebeurd er bij brand fase 3?
A
melding maken
B
ontruimen
C
verzamelen BHV
D
Beeindigen alarm toestand
Slide 26 - Quiz
01:37
wat gebeurd er bij brand fase 4?
A
melding maken
B
begeleiden evacues
C
ontruimen
D
beëindigen alarm toestand
Slide 27 - Quiz
brandpictogrammen
Slide 28 - Slide
blusmiddelen
brandblusser
brandslang
blusdeken
sprinkler installatie
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
brandklassen
Slide 31 - Slide
Wat valt onder brandklasse F?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Metalen
D
Oliën en vetten
Slide 32 - Quiz
Hieronder zie je een afbeelding van een brandklasse, welke brandklasse is het?
A
Metalen
B
Vaste stoffen
C
Oliën en vetten
D
Vloeistoffen
Slide 33 - Quiz
Hieronder zie je een afbeelding van een brandklasse, welke brandklasse is het?
A
Gassen
B
Vloeistoffen
C
Metalen
D
Vaste stoffen
Slide 34 - Quiz
Wat valt er onder brandklasse C
A
Vloeibare stoffen
B
Vaste stoffen
C
Gassen
D
Metalen
Slide 35 - Quiz
Welke brandblusser(s) gebruik je voor brandklasse B?
A
ABC poederblusser
B
BC poederblusser
C
Schuimblusser
D
CO2 Blusser
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Grof vuil verwijderen
Desinfecteermiddel gebruiken
Reinigingsmiddel gebruiken
Slide 38 - Drag question
HACCP is een voedselveiligheidssysteem waar bedrijven die met voedsel te maken hebben
(zoals supermarkten en slagerijen) zich aan moeten houden.
Slide 39 - Slide
HACCP staat voor...?
A
Hazard Analysis and Critical Control Points
B
Hazard and Critical Control Points
C
Hazard Analysis and Control Check Points
D
Hazard and Control Check Points
Slide 40 - Quiz
Waarvoor staat de letter 'A' bij HACCP?
A
Analysis
B
Agree
C
Advise
D
Aprove
Slide 41 - Quiz
HACCP is een norm. Voor wat?
A
veilig omgaan met voedsel
B
veilig omgaan met schoonmaakmiddelen
C
veilig omgaan met geld
D
veilig omgaan met goederen
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
Derving
Slide 44 - Mind map
DERVING
WAARDE VERMINDERING VAN JE VOORRAAD
PRODUCTEN KUN JE NIET MEER VERKOPEN OMDAT ZE GESTOLEN, BESCHADIGD, VERNIELD ZIJN ZOEKGERAAKT OF OVER DE DATUM ZIJN
Slide 45 - Slide
bekende & onbekende derving
criminele & niet criminele
Slide 46 - Slide
CRIMINELE DERVING
Diefstal
- klanten (59 %)
- personeel (19 %)
- leveranciers (9 %)
Fraude
Inbraak
NIET CRIMINELE DERVING
Adminstratieve fout
Controle fout
Werkfout
Slide 47 - Slide
Wat denk je dat beter werkt?
(onthoud je antwoord, dadelijk nog een vraag hierover)
A
Bordje met alle spullen zijn beveiligd.
B
Personeel dat goed oplet en iedereen hallo zegt.
Slide 48 - Quiz
welk onderdeel heeft te maken met criminele derving
A
administratieve fouten
B
controle fouten
C
inbraak
D
werkfouten
Slide 49 - Quiz
Wat is het belangrijkste verschil tussen criminele en niet-criminele derving.
A
Bij criminele derving gaat er iets kapot.
B
Criminele derving gebeurt altijd met opzet.
C
Diefstal is crimineel, als iets kapot gaat is niet-crimineel
D
Niet-crimineel geeft minder schade.
Slide 50 - Quiz
Wat is een voorbeeld van niet-criminele derving
A
Inbraak
B
Diefstal
C
Vandalisme
D
Verkeerd geleverde goederen
Slide 51 - Quiz
Criminele derving is bekende derving
A
juist
B
onjuist
C
alleen als je dief met een herkenbaar artikel weg ziet rennen.
Slide 52 - Quiz
Als de oorzaak van het verlies bekend is dan noem je de derving:
A
Bekende derving
B
Geregistreerde derving
C
Antwoord A en B zijn juist
D
Onbekende derving
Slide 53 - Quiz
Hoe kun je diefstal voorkomen in de winkel? Noem eens 3 maatregelen?
Slide 54 - Open question
Diefstal voorkomen?
Kijken
Groeten
Beveiligen producten
winkelinrichting
Slide 55 - Slide
Aanhouden bij diefstal
blijf kalm
schakel de hulp in van een collega
spreek de verdachte beleefd toe
zeg: " ik houd u aan top verdenking van diefstal"
neem de verdachte mee naar een ruimte
laat de verdachte nooit alleen
neem geen producten in beslag
bel politie
voorkom geweld
Slide 56 - Slide
maatregelen om te voorkomen dat personeel steelt?
duidelijke regels voor het kopen van producten in de winkel
regels over visitatie
personeel nooit laten afreken met familie of bekende
korting voor medewerker laten goedkeuren door leidinggevende
Slide 57 - Slide
Diefstal door anderen
chauffeurs
monteurs
schoonmakers
glazenwasser
vertegenwoordiger
Slide 58 - Slide
Bij een overval
Slide 59 - Slide
Bij Agressie
Slide 60 - Slide
Slide 61 - Slide
R A A K
Rustig blijven.
Niet in paniek raken.
Accepteren
Volg de bevelen snel en rustig op.
Afgeven
Geef alles af, geen discussie
Kijken
Kijk naar overvaller, probeer signalement te onthouden.
Slide 62 - Slide
Waar staat RAAK voor?
Slide 63 - Open question
Handelen na een overval?
observeer welke richting de overvallers op vluchten
bel 112
sluit winkelpand direct
stel klanten gerust en laat ze wachten totdat de politie er is
raak niets aan
wacht op de politie
geef alle informatie door aan de politie
Slide 64 - Slide
overvallen voorkomen?
open en sluiten
personeelsinstructie
geldbeheer & transport
kluis met tijdvertraging
winkelinrichting
communicatie stickers
SDNA
Slide 65 - Slide
andere vormen van criminaliteit
Skimming
Zakkenrollen Skimming Cybercrime
Slide 66 - Slide
More lessons like this
Veilig werken in de Retail Hoofdstuk 4 Calamiteiten
October 2023
- Lesson with
35 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
VACCM - Online les 2
September 2020
- Lesson with
22 slides
Handel
MBO
Studiejaar 1
Goederenstroom hoofdstuk 7
December 2022
- Lesson with
22 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
Retaillogistiek en voorraadbeheer hfdst. 4 +5
November 2022
- Lesson with
56 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
H5
January 2022
- Lesson with
43 slides
veilig werken in de logistiek
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 7.1 tm 7.3 quizvragen
August 2022
- Lesson with
38 slides
goederenstroom
MBO
Studiejaar 1
Goederenstroom week 3
November 2021
- Lesson with
32 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
vaccm h4 brand en andere calamiteiten
September 2023
- Lesson with
10 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1