Lesson Three Theme 4

Lesson starts at 13:25
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lesson starts at 13:25

Slide 1 - Slide



  • Taking the register (roll call)
  • What do you need?
  • Learning goals
  • Time for answers
  • New grammar (aanwijzende voornaamwoorden & can + infinitive)




  • Let's get down to work (exercises)
  • Homework

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

iPad      workbook      binder          pen         airpods
                       A                              and pencil

Slide 4 - Slide

  • Nadenken over waarom je de stof uit deze unit leert
  • Vooruit kijken naar de dingen die je gaat leren
  • Nadenken over hoe je jezelf kunt ontwikkelen als je Engels leert
  • Specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal
  • Eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen
  • Specifieke informatie vinden in lijsten overzichten en formulieren

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Time for answers
Do:
Exercise 7,8,12,13, page 126-131, Workbook A

Slide 7 - Slide

Exercise 7 (page 125+126)
    1. Don't heat
    2. Sift
    3. Don't forget
    4. Melt
    5. add
    6. Mix
    7. Spoon
    8. Bake

     

Slide 8 - Slide

Exercise 8 (page 126)
  1. can't come
  2. can add
  3. can't serve
  4. can taste
  5. can meet
  6. can't call
  7. Can you understand
  8. can ask

Slide 9 - Slide

Exercise 12 (page 130)
  1. The name of the restaurant is The Italian Job.
  2. Six people will come: Emma, Tisha, Lola, Nabil, Aryan and Joe.
  3. Emma loves the atmosphere and the waiters are funny. She also thinks Joe would love noodles.
  4. Aryan is not keen on Joe's brother.
  5. The Noodle Bar is not expensive / pricey (£7 for a main course) and the portions are huge.
  6. Lola will book a table at The Noodle Bar at 7 pm and Joe will come at 7.15 pm.

Slide 10 - Slide

Exercise 13 (page 130-131)
    1. busy
    2. book
    3. surprise
    4. meal
    5. steak
    6. main course
    7. order
    8. bill


Slide 11 - Slide

Tags

Slide 12 - Slide

Wat zijn 'tags'?
  •  'Tags' zijn korte vraagjes die je aan een zin                      vastplakt (Hè? / Niet waar? / Toch?).

  • Gebruik: Je gebruikt 'tags' om bevestiging te vragen.

  • Vorm: (hulp)werkwoord + persoonlijk voornaamwoord
  • Zin bevestigend (+)?         Tag ontkennend (–)!
  • Zin ontkennend (–)?          Tag bevestigend (+)!

Slide 13 - Slide

Hoe maak je 'tags'?
  • Je maakt tags door het (hulp)werkwoord uit de zin te herhalen.
  • Het onderwerp vervang je met een persoonlijk voornaamwoord (I, you, he, she, it, we, you, they).
  • Is de zin bevestigend, dan maak je de tag ontkennend
  • Is de zin ontkennend, dan maak je de tag bevestigend

  • Een ontkennende zin bevat het woordje 'not'!

Slide 14 - Slide

Tags: Stappenplan (+)
Mister Sebel is amazing.
  • > Wat is het werkwoord?
  • > is
  • > Bevestigend of ontkennend?
  • > Bevestigend, dus tag moet ontkennend zijn       'isn't'
  • > Wat is het onderwerp?
  • > Mister Sebel
  • > Waar kun je dat mee vervangen (I, you, he, she, it, we, you, they)? 
  • > Mister Sebel is een man       'he'
  • > Tag       isn't he?

Slide 15 - Slide

Tags: Stappenplan (-)
Peter and Jack can't hear you.
  • > Wat is het werkwoord?
  • > can't
  • > Bevestigend of ontkennend?
  • > Ontkennend, dus tag moet bevestigend zijn        'can'
  • > Wat is het onderwerp?
  • > Peter and Jack
  • > Waar kun je dat mee vervangen (I, you, he, she, it, we, you, they)? 
  • > Peter en Jack zijn twee personen       'they'
  • > Tag       can they?

Slide 16 - Slide

Mandy can't help you, ...

Slide 17 - Mind map

Your parents are very nice, ...

Slide 18 - Mind map

Jake cannot swim, ...

Slide 19 - Mind map

Cindy's your sister, ...

Slide 20 - Mind map

Tags: Oefenen
  • Mandy can't help you.
  • Mandy can't help you, can she?

  • Your parents are very nice.
  • Your parents are very nice, aren't they?

  • Jake cannot swim.
  • Jake cannot swim, can he?

  • Cindy's your sister.
  • Cindy's your sister, isn't she?


Slide 21 - Slide

           Link in de chat

Slide 22 - Slide



   De opdrachten staan klaar in de                LessonUp app

Slide 23 - Slide

Tags

Slide 24 - Slide

Wat zijn 'tags'?
  •  'Tags' zijn korte vraagjes die je aan een zin                      vastplakt (Hè? / Niet waar? / Toch?).

  • Gebruik: Je gebruikt 'tags' om bevestiging te vragen.

  • Vorm: (hulp)werkwoord + persoonlijk voornaamwoord
  • Zin bevestigend (+)?         Tag ontkennend (–)!
  • Zin ontkennend (–)?          Tag bevestigend (+)!

Slide 25 - Slide

Hoe maak je 'tags'?
  • Je maakt tags door het (hulp)werkwoord uit de zin te herhalen.
  • Het onderwerp vervang je met een persoonlijk voornaamwoord (I, you, he, she, it, we, you, they).
  • Is de zin bevestigend, dan maak je de tag ontkennend
  • Is de zin ontkennend, dan maak je de tag bevestigend

  • Een ontkennende zin bevat het woordje 'not'!

Slide 26 - Slide

Tags: Stappenplan (+)
Mister Sebel is amazing.
  • > Wat is het werkwoord?
  • > is
  • > Bevestigend of ontkennend?
  • > Bevestigend, dus tag moet ontkennend zijn       'isn't'
  • > Wat is het onderwerp?
  • > Mister Sebel
  • > Waar kun je dat mee vervangen (I, you, he, she, it, we, you, they)? 
  • > Mister Sebel is een man       'he'
  • > Tag       isn't he?

Slide 27 - Slide

Tags: Stappenplan (-)
Peter and Jack can't hear you.
  • > Wat is het werkwoord?
  • > can't
  • > Bevestigend of ontkennend?
  • > Ontkennend, dus tag moet bevestigend zijn        'can'
  • > Wat is het onderwerp?
  • > Peter and Jack
  • > Waar kun je dat mee vervangen (I, you, he, she, it, we, you, they)? 
  • > Peter en Jack zijn twee personen       'they'
  • > Tag       can they?

Slide 28 - Slide

Lesson 2: Writing
Read: Tags, previous slides, vorige dia's

Do: Exercise 15, page 131, Workbook A            

Slide 29 - Slide


Answers exercise 15

Slide 30 - Open question

Lesson 2: Writing
Read: Phrases Writing, page 176, Workbook A

Do: Exercise 18, page 133, Workbook A            

Slide 31 - Slide


Answers exercise 18

Slide 32 - Open question

Leren:
- Vocab 4.1+4.2, page 174, Workbook A
- Phrases Writing, page 176, Workbook A
- gebiedende wijs - can + infinitive  - tags

Don't forget your vlog            Deadline = February 19

Slide 33 - Slide

Thanks for your attention

Slide 34 - Slide