Paragraaf 4.3

Schrijf het volgende op je wisbordje:
Wie was de belangrijkste persoon uit de familie van de Karolingen?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijf het volgende op je wisbordje:
Wie was de belangrijkste persoon uit de familie van de Karolingen?

Slide 1 - Slide

Paragraaf 4.3: Een Agrarische samenleving

Slide 2 - Slide

Planning (Paragraaf 4.3)
Dia 1: Van een landbouw stedelijke samenleving naar een landbouwsamenleving 
Dia 2: Het hofstelsel
Dia 3: Taken horigen / taken heer
Dia 4: Korte samenvatting
Dia 5: zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen paragraaf 4.3
  • Ik kan uitleggen waarom de agrarisch urbane samenleving veranderde in een landbouwsamenleving.
  • Ik kan uitleggen hoe een domein functioneerde voor de verschillende groepen.


Slide 4 - Slide

Van een landbouw stedelijke samenleving naar een landbouwsamenleving 
Agrarische – Urbane samenleving verdween door: Val Romeinse Rijk --> landbouw productie / handel en nijverheid namen af, veel geweld tegen mensen, steden / wegen raakten in verval --> men ging op platteland wonen ------> agrarische samenleving  
Klaar? 
Teken voor jezelf hoe jij een Agrarische - Urbane samenleving voor je ziet (Dus een samenleving voor je ziet en hoe jij een agrarische samenleving voor je ziet. 


Agrarische-Urbane samenleving = landbouw stedelijke samenleving

Agrarische samenleving = landbouwsamenleving 

Slide 5 - Slide

Hofstelsel 
Domein = Landgoed edelman of klooster.

Horige = Boer gebonden aan Domein waar hij woont.
Domein was autarkisch / zelfvoorzienend  alles wat je nodig hebt kon je op domein zelf maken / krijgen.
Domein had volgende zaken:
Vroonland: Akkers / weilanden van de heer.
Hoeveland: Akkers / weilanden, huizen van de horigen / vrije boeren. Om hier te wonen betaalden ze heer gedeelte van hun oogst.
Het hof: grote boerderij van de heer, moestuin, bierbrouwerij, molen, visvijver, smidse.





  • Domein = Landgoed edelman / klooster
  • Horige = Boer gebonden aan Domein waar hij woont.
  • Domein was autarkisch / zelfvoorzienend --> alles wat je nodig hebt kon je op domein zelf krijgen.
  • Domein had volgende zaken:
  • Vroonland: Akkers / weilanden van de heer.
  • Hoeveland: Akkers / weilanden van vrije boeren. Om hier te wonen ---> pacht betalen (Pacht = gedeelte oogst). 
  • rentmeester: controleert of horigen werk doen / haalt pacht op. 
  • Op het hof stond: grote boerderij (van de heer), moestuin, bierbrouwerij, molen, smidse.

  • Klaar met aantekeningen? Begin alvast aan vraag 45 en 46 in je WB. 









Slide 6 - Slide

Taken horigen / heer
  • Taken horigen:
Paar dagen werken voor heer. Bijv: Werken op akkers heer. Horigen mochten domein niet verlaten zonder toestemming heer.
  • Je werd horige door:
1: Je land aan edelman te geven in ruil voor bescherming.
2: Afstammeling Romeinse slaaf die toen een stuk land kreeg om te bewerken.

  • Taken heer:
Bestuur, rechtspraak en horige beschermen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is de correcte beschrijving van het volgende begrip: Agrarische-Urbane samenleving
A
Een samenleving waarin veel mensen in de stad leven maar waar er weinig maar bloeiende dorpen zijn.
B
Een samenleving waar men naar de randstad verhuist.
C
Samenleving waarin veel mensen op platteland leven maar er ook bloeiende steden zijn.
D
Dit is een boekwerk waarin staat wat de taken van horigen zijn.

Slide 9 - Quiz

Wat is een Domein? (Wel bij het vak geschiedenis).
A
Een stuk land dat van de horigen is
B
Het landgoed van een heer of van een klooster.
C
Een overblijfsel uit de Romeinse tijd
D
Een groep organismen dat geen celkern bevat

Slide 10 - Quiz

Taken van de heer waren:
A
Bestuur
B
Rechtspraak
C
Horige beschermen
D
Werken op het land

Slide 11 - Quiz

Zelfstandig werken
Maken werkboek par 4.3 vraag 36,45,47,49,51.

Cornellschema aanvullen.

Slide 12 - Slide