Wereldoorlog II

Wereldoorlog II
1 / 20
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wereldoorlog II

Slide 1 - Slide

Programma
1. Hoe is het met de opdrachten?
2. Morgen toets
3. Kijken wat je weet
4. Ruimte voor vragen / oefenen / leren

Slide 2 - Slide

De Tweede Wereldoorlog duurde van?
A
1939-1945
B
1938-1944
C
1940-1945
D
1914-1918

Slide 3 - Quiz

Aanleiding Tweede Wereldoorlog in Europa.
A
De Anschluss met Oostenrijk
B
De bezetting van Sudetenland
C
De aanval op Tsjechië
D
De aanval op Polen

Slide 4 - Quiz

Wat was geen oorzaak voor de ondergang van de Republiek van Weimar?
A
de economische crisis van 1929
B
de brand in de Rijksdag
C
de Neurenbergerwetten
D
het redenaarstalent van Hitler

Slide 5 - Quiz

Hieronder vind je gevolgen van het Verdrag van Versailles, bepaal of ze op kort termijn of lang termijn zijn.
Kort termijn gevolg
Lang termijn gevolg
Duitsland wordt de Weimar Republiek
Nieuwe staten ontstaan.
Opkomst van extremistische politici.
Tweede Wereldoorlog.

Slide 6 - Drag question

welk van de bewering is onjuist?
A
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was een direct gevolg van het Dawesplan
B
Hitler meende dat het Arische ras recht had op Lebensraum
C
De vorming van een totalitaire staat in Duitsland was een onbedoeld gevolg van de brand in de Rijksdag
D
Hitler was een antisemitische fascist

Slide 7 - Quiz

Onder welke naam is de politiek van Engeland en Frankrijk bekend die gericht was op het bewaren van de vrede met Duitsland
A
Erfüllungspolitiek
B
Appeasement
C
Dawesplan

Slide 8 - Quiz

welk land stond tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de kant van Duitsland?

A
Luxemburg
B
Rusland
C
Japan
D
China

Slide 9 - Quiz

Wanneer gingen de Sovjetunie en de Verenigde Staten deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog?

A
1939
B
1940
C
1941
D
1942

Slide 10 - Quiz


Veel historici zien de afloop van de Eerste Wereldoorlog als een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

➤Welk argument hoort bij deze mening?






A
De Sovjet-Unie sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland.
B
Duitsland was ontevreden over het Verdrag van Versailles.
C
Frankrijk wilde het verloren grondgebied terug hebben.
D
Groot-Brittannië vond dat Duitsland niet hard genoeg was aangepakt.

Slide 11 - Quiz

Dit is een voorbeeld van...
A
Nationalisme
B
Holocaust
C
Propaganda
D
Antisemitisme

Slide 12 - Quiz


Hieronder staan vier beweringen over de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Welke bewering is juist?









A
Alleen Joden waren verplicht altijd een persoonsbewijs bij zich te hebben.
B
Het grootste deel van de Joden kon de oorlog overleven dankzij de mogelijkheid om onder te duiken.
C
Joden werden vervolgd omdat ze tegen de nazi's waren en niet op de NSDAP stemden.
D
Na een razzia werden Joden afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.

Slide 13 - Quiz

Samenwerken met de vijand noem je:
A
Verzet
B
razzia
C
D
collaboratie

Slide 14 - Quiz

welke fase van genocide (Stages of Stanton) zie je afgebeeld?

Slide 15 - Slide

welke fase van genocide zag je
A
ontkenning
B
classificeren
C
polariseren
D
dehumaniseren

Slide 16 - Quiz

welke fase van genocide (stages of Stanton) zie je afgebeeld?

Slide 17 - Slide

welke fase van genocide zag je?
A
uitroeien
B
organiseren
C
polariseren
D
symboliseren

Slide 18 - Quiz

Gebruik de bron
Leg uit welk(e) van de fases van genocide (Stages of Stanton) je herkent in de bron en verwerk in je antwoord tekstelementen
'Vertel mij, moeder, hoe kan het dat de Joden zo rijk zijn? Onze leraar heeft ons op school verteld dat er in de wereld duizenden Joden miljonair zijn. En toch werken de Joden niet. Het zijn de niet-Joden, die moeten werken. De Joden handelen alleen. Maar je kunt geen miljonair worden door in papier, botten, oude kleren en meubels te handelen!' Moeder vertelt hoe dat in zijn werk gaat. 'Het doet de Jood helemaal niets als de bedrogen niet-Jood honger krijgt. Joden kennen geen medelijden. Zij zijn maar op één ding uit: geld. Het maakt hen geen moer uit hoe ze er aan komen.' Liselotte vraagt hoe zij zich op deze manier kunnen gedragen. Moeder antwoordt: 'Kind, één ding moet je beseffen. De Jood is geen persoon zoals wij. De Jood is een duivel. En een duivel heeft geen eergevoel. Een duivel houdt zich alleen met gemene en misdadige zaken bezig.”

Slide 19 - Slide

Bekijk onderstaande bron. Op het bordje staat A.Hitler taxidermist (een taxidermist zet dieren op). Op de beer staat Rusland. De tekenaar geeft commentaar op operatie Barbarossa.  
Wat voorspelt de tekenaar over het verloop van operatie Barbarossa? Leg je antwoord uit aan de hand van de bron. (2) 


Slide 20 - Slide