Les 45 - 1KB - Woensdag 11 juni

Klassenopstelling
Julian
Boaz G.
Lisa
Nina
Imane
Tess
Noa
Djela
Hafsa
Jalin
Rosa
Jari
Tygo
Joep
Angel
Sijmen
Saar
Alisha
Noortje
Robyn
Boaz L.
Tom
Links
Rechts(docent)
Voorin
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Klassenopstelling
Julian
Boaz G.
Lisa
Nina
Imane
Tess
Noa
Djela
Hafsa
Jalin
Rosa
Jari
Tygo
Joep
Angel
Sijmen
Saar
Alisha
Noortje
Robyn
Boaz L.
Tom
Links
Rechts(docent)
Voorin

Slide 1 - Slide

Les 45 - 1KB
Werkwoordspelling



DOME

Slide 2 - Slide

Planning
1. Voorlezen
2. Nieuws
3. Nieuwe paragraaf
4. Zelfstandig werken
-PAUZE-
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiten met een spel

Slide 3 - Slide

timer
7:00

Slide 4 - Slide

NIEUWS VAN DE DAG

Het Jeugdjournaal.

Slide 5 - Slide

Cursus 7 - Spelling
Paragraaf 8: Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
Paragraaf 9: Sterke en zwakke werkwoorden
Paragraaf 10: Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden 
Paragraaf 11: Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden 
Paragraaf 12: Onregelmatige werkwoorden 

Slide 6 - Slide

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Jij/Hij/Zij/Het/Iedereen/Dat/Die
Stam + T > Vervangen een 'ding' of persoon

Slide 7 - Slide

§9 - Sterke en zwakke werkwoorden
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden. Om werkwoorden goed te kunnen spellen, moet je weten wat het verschil is tussen beide soorten.

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: 
lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: 
hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Slide 8 - Slide

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)
2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?
3 - Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p
>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)
NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)
-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen
>Raden - Ik raadde

Slide 9 - Slide

§ 11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Alleen enkelvoud en meervoud

-Verandert van klank
-Soms moeten er letters weg of erbij voor de uitspraak

hebben / hadden
beet / beten

Slide 10 - Slide

Maken
Cursus 7 - Spelling

§11 - Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Je maakt ook de A en B opdrachten!
Alleen de steropdrachten (C) mogen overgeslagen worden.
Klaar? Oefen verder via de link in de Classroom.


timer
27:00

Slide 11 - Slide

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Maken
Cursus 7 - Spelling

§11 - Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Je maakt ook de A en B opdrachten!
Alleen de steropdrachten (C) mogen overgeslagen worden.
Klaar? Oefen verder via de link in de Classroom.


timer
27:00

Slide 13 - Slide

Maak groepjes van 4
-Je krijgt een A4'tje
>Hierop staat 'sterk' of 'zwak'



Welk groepje kan in vijf minuten de meeste werkwoorden opschrijven?
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Einde van de les

Slide 15 - Slide