2009:4 4VC

Today
  • Exam 2009: discuss text 3  Q12 + 13
  • text 4
  • focus on: kind of question+ how to 
  • ( Yes, I will lecture for a while) 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
  • Exam 2009: discuss text 3  Q12 + 13
  • text 4
  • focus on: kind of question+ how to 
  • ( Yes, I will lecture for a while) 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Please answer Q12 + indicate where you have found your answers

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide


Please answer Q13

Slide 5 - Open question

Per text/vraag 
  1. wat weet ik al van het onderwerp? ( niks? Youtube!)
  2. wat voor soort tekst is het? ( en wat heb ik aan die info?)
  3. wat voor soort vraag is het?
  4. Hoe pak ik die aan? ( stappenplan)
  5. Hoe komt mijn antwoord eruit te zien? 

Slide 6 - Slide

timer
1:00
Which words do you know related to education?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Waar in de alinea's zitten de gaten?
 Wat boeit dat? 

Slide 9 - Slide

Gaten 

Hangt af van plek in de alinea
State: gat wordt in volgende zin uitgelegd 
Explain : gat is uitleg van vorige zin
Illustrate gat is voorbeeld van vorige zin 
Gaten 

  • Let op signaalwoorden!
  • Kunnen een opsomming, voortgang van vorige zin betekenen: according to, firstly, also
  • een voorbeeld van het voorafgaande : for example, e.g., to illustirate 
  • een tegenstelling maken : yet, but, in contract, nevertheless
  • een conclusie aankondingen :so, thus, in conclusion 

Slide 10 - Slide

Aan het begin van een alinea vind je vaak een
A
Conclusie
B
Voorbeeld
C
Statement

Slide 11 - Quiz

Na Yet komt er een
A
uitleg van de vorige zin
B
voorbeeld van de vorige zin
C
contrast met de vorige zin

Slide 12 - Quiz

Na So komt er een
A
een conclusie die past bij het vorige
B
een conclusie die past bij het volgende
C
een conclusie die niet past bij het vorige
D
nieuw statement

Slide 13 - Quiz

Answers 

Signaalwoorden: deel ze in op contrast, voorbeeld, opsooming enz.
Kijk dan naar het gedeelte voor en na het gat. 
Answers 
Zorgt dat je weet wat de antwoorden betekenen. 

Slide 14 - Slide

14
A. In contrast        +-
B. In fact                 uitbreindg van vorige 
C Nevertheless     +-

Slide 15 - Slide

Hoog scoren op examen?
- Ken je functiewoorden (betekenis).
- Weet wat voor doel/functie ze hebben. 
- Kijk naar het verband tussen twee alinea's, hoe linken ze aan
   elkaar, wat doet de ene anders dan de andere?
- Kleur/highlight/onderstreep ze altijd! 
- Ga bij vragen over verbanden/gap-fill altijd eerst opzoek naar 
   dit soort woorden!

Slide 16 - Slide

Uitbreiding / Opsomming
- actually, also, and, as well as, besides, both ... and ..., even, 
   first/second/third, furthermore, in addition,  indeed, in fact, 
   moreover, neither ... nor ..., not only ... but also ..., 
   one ... another ..., or, too, what's more 


Slide 17 - Slide

Reden / Oorzaak
- after all, as, as a result of, because, for, since 

Slide 18 - Slide

Tegenstelling
- actually, admittedly, although, besides, but, by contrast, 
   certainly, conversely, despite, either ... or ..., even so, however, 
   in fact, in spite of, instead, nevertheless, now, of course, 
   on the one hand ... on the other ... paradoxically, rather, still, 
   sure, then again, to be fair, true, whereas, while, yet

Slide 19 - Slide

Voorbeelden
- for example, for instance, like, such as

Slide 20 - Slide

Voorwaarde
- if, provided (that), unless

Slide 21 - Slide

Tijd / Volgorde
- before, earlier, eventually, initially, in the past, later, now, 
   once, present, today, until, meanwhile

+ jaartallen / seizoenen / dagen / (rang)telwoorden

Slide 22 - Slide

Vergelijking
- as if, equally, likewise, similarly

Slide 23 - Slide

Gevolg / Conclusie
- after all, as a result, consequently, hence, in short, so, 
   that's why, therefore, thus

Slide 24 - Slide

Now you
Read the text, and hand in your answers in google classroom 

If you want, you can read with me 

Slide 25 - Slide