2. omgaan met klanten

omgaan met klanten
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

omgaan met klanten

Slide 1 - Slide

Hoe noem je de klanten in een restaurant?
A
Cliënten
B
Gasten
C
Bezoekers
D
Klanten

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je de klanten in een winkel?
A
Cliënten
B
Gasten
C
Bezoekers
D
Klanten

Slide 3 - Quiz

De klant is Koning 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat betekent de klant is koning?
A
De klant draag een kroon.
B
De klant krijgt altijd zijn zin.
C
Je probeert een klant altijd meteen en zo goed mogelijk te helpen.
D
Die klant krijgt extra korting.

Slide 6 - Quiz

De klant mag alle producten zelf uit de schappen pakken en afrekenen bij de kassa.
A
Zelfbediening
B
Semi-zelfbediening
C
Bediening

Slide 7 - Quiz

klanten

Slide 8 - Mind map

personeel

Slide 9 - Mind map

Waarom gaan mensen naar een winkel?

Slide 10 - Open question

klanten gaan naar een winkel

-om gewoon rond te kijken

-om bewust een artikel te kopen

-om advies te vragen

-omdat een artikel in de aanbieding is

Slide 11 - Slide

Hoe ga je met klanten om?

Slide 12 - Open question

omgaan met klanten

- klant aankijken

- met u aanspreken

- duidelijk Nederlands spreken

- altijd vriendelijk zijn

Slide 13 - Slide

informeren

- je kunt alles uit je hoofd leren

- je kunt de klant een infoblad geven

- door de klant te wijzen op de info op de achterkant

-de klant doorverwijzen naar een collega


Slide 14 - Slide

Informeren 
navraag doen
inlichtingen inwinnen
vragen naar
inlichten
kennis geven van

Slide 15 - Slide

informeren

Ik informeer
jij informeert
wij informeren
Ik heb geinformeerd

Slide 16 - Slide

Waarover kun je de klant in een winkel informeren/inlichtingen geven?

Slide 17 - Open question

informeren over een artikel

- veiligheidsvoorschriften

- onderhoud

- garantie

-service

Slide 18 - Slide

Het is belangrijk beleefd te zijn, maar wat is er nog meer belangrijk?

Slide 19 - Open question

er verzorgd uitzien

klant aandacht geven


Slide 20 - Slide

Een ontevreden klant
-Blijf beleefd
-Houd oogcontact
-Behandel de ander met respect
-Ga niet in discussie (welles-nietes), maar zeg dat je ziet dat de ander boos is
-Stel een grens aan het gedrag, wijs niet de persoon af

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Bouwmarkt
D
Bloemenwinkel

Slide 24 - Quiz

Hoe kan je een klant helpen in een kledingwinkel?

Slide 25 - Open question


A
Dierenspeciaalzaak
B
Drogist
C
Tuincentrum
D
Supermarkt

Slide 26 - Quiz

Welke vragen kun je krijgen in een drogisterij?

Slide 27 - Open question

Bij welke winkelvorm hoort dit artikel
A
Supermarkt
B
Warenhuis
C
Bakker
D
Bouwmarkt

Slide 28 - Quiz

Bij welke winkelsoort hoort dit artikel?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Bakker
D
Speelgoedwinkel

Slide 29 - Quiz

Welke supermarkten ken jij?

Slide 30 - Open question

Supermarkt De Giraf
We gaan samen lezen.

Slide 31 - Slide

We werken op Numo
Doelen

Slide 32 - Slide