Reactievergelijkingen

Reactievergelijkingen
Aan het einde van deze paragraaf kan je van een reactieschema een reactievergelijking maken
Aan het einde van deze paragraaf kan je een reactievergelijking kloppend maken
Aan het einde van deze paragraaf kan je van een kloppende reactievergelijking opstellen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Reactievergelijkingen
Aan het einde van deze paragraaf kan je van een reactieschema een reactievergelijking maken
Aan het einde van deze paragraaf kan je een reactievergelijking kloppend maken
Aan het einde van deze paragraaf kan je van een kloppende reactievergelijking opstellen

Slide 1 - Slide

Geef het reactieschema van de volgende reactie:
Druivensap en zuurstof vormen alcohol en koolstofdioxide

Slide 2 - Open question

Herhaling: Molecuulformules
C6H12O6

Slide 3 - Slide

Reactievergelijking
Reactievergelijking: reactieschema in formules

Per atoomsoort zijn voor en na de pijl altijd evenveel atomen

Achter de molecuulformule staat de fase

Slide 4 - Slide

Zet dit reactie schema in formules:
stikstof (g) + waterstof (g) > ammoniak (g)

Slide 5 - Open question

Zet dit reactie schema in formules:
koperoxide (s) + koolstof (s) > koolstofdioxide (g) + koper (s)

Slide 6 - Open question

Reactieschema naar reactievergelijking
Stappenplan:
1. Schrijf het reactieschema in woorden
2. Schrijf het reactieschema in formules
3. Bekijk hoeveel atomen er van elk soort voor en na de pijl zijn
4. Maak de reactievergelijking kloppend
5. Zet achter elke molecuulformule de fase

Slide 7 - Slide

Reactieschema naar reactievergelijking
Bij de verbranding van methaan ontstaan 2 gassen: koolstof dioxide en water
1. Methaan (g) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide (g) + water (g)
2. CH4 (g) + O2 (g) -> CO2 + H2O
3. C=1, H=4, O=2     -> C=1, H=2, O=3

CH4 (g) + O2 (g)     -> CO2 +2 H2O
C=1, H=4, O=2         -> C=1, H=4, O=4

CH4 (g) + 2 O2 (g)  -> CO2 + 2 H2O
C=1, H=4, O=4          -> C=1, H=4, O=4

Slide 8 - Slide

Welke reactievergelijking is kloppend?
Kalium (s) + broom (l) > kaliumbromide (s)
A
K + Br > KBr
B
K + Br2 > KBr
C
K (s)+ Br2 (l) > KBr (s)
D
2 K (s)+ Br2 (l) > 2 KBr (s)

Slide 9 - Quiz

Geef de kloppende reactievergelijking:
zinkoxide (s) > zink (s) + zuurstof (g)

Slide 10 - Open question

Koolstofdioxide reageert met water tot glucose en zuurstof
Geef de kloppende reactievergelijking

Slide 11 - Open question

Opdrachten
Maak de volgende opdrachten uit het boek (Pagina 71):
1, 2, 4

Snap je het? Maak de opdrachten hierboven
Begrijp je het nog niet? Steek je hand omhoog
Ben je klaar? Maak dan het blad met oefenopgaven

Slide 12 - Slide