Week 41 Nederlands 1MK1 H.4 spelling

Nederlands HMK1 week 41
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands HMK1 week 41

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welkom bij Nederlands




Succes deze week met je taak voor Nederlands!
 
Groetjes, juf

Slide 4 - Slide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 5 - Slide

Week 41  - 5 oktober t/m
9 oktober 2020
  • Proefwerk schrijven
  • Herhaling werken met weekplanners. Uitleg basis, de Brug en uitdaging. Computer: thuis.
  • Nakijken weektaak.
  • Maken opdrachten spelling hoofdstuk 4: voltooid deelwoord.
  • 1 MK1 Toets schrijven hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2: donderdag 8 oktober
  • Zie magister voor wat je moet leren.

Slide 6 - Slide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 7 - Slide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Deze week leer je:

  • hoe je voltooide deelwoorden goed moet spellen.

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige les
Vorige week hebben we geoefend met de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm.

Slide 10 - Slide

Nakijken weektaak
Controleer zelf je weektaak. 

De antwoorden staan aan het eind van de les.

Slide 11 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord (bladzijde 110)
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als het voltooid deelwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomt, staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden. Bijvoorbeeld:

Ik heb in de vakantie gewerkt.
Mijn zus is vertrokken.
De brug wordt hersteld.
De onderstreepte woorden zijn voltooide deelwoorden.

Slide 13 - Slide

Voltooid deelwoord (bladzijde 110)
Zo schrijf je het voltooid deelwoord

• Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -en eindigt:
(zij heeft) gegeten, (ik ben) gevallen, (wij werden) gekozen.
• Andere werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -d of -t eindigt.
Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: Ik heb het verdien…. Je hoort verdiende, dus je schrijft verdiend.
• Als je niet goed kunt horen welke letter je moet schrijven of als je zeker wilt weten wat de laatste letter moet zijn, gebruik je ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p. Je schrijft een -t als de laatste letter voor de uitgang -en van een werkwoord een medeklinker uit ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p is. Anders schrijf je een -d.

Voorbeelden:

– De brandweer heeft het vuur geblus…. De s van blussen zit in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p, dus je schrijft: geblust.

– Waar wordt het rioolwater geloos…? De z van lozen zit niet in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p, dus je schrijft: geloosd.

Slide 14 - Slide

Voltooid deelwoord (bladzijde 110)
Voorbeelden:

– De brandweer heeft het vuur geblus…. De s van blussen zit in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p, dus je schrijft: geblust.

– Waar wordt het rioolwater geloos…? De z van lozen zit niet in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p, dus je schrijft: geloosd.

Slide 15 - Slide

Nieuw Nederlands online
  • https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/plp#/book/60ee5d24-7840-45e6-b299-ffd3fa553dae/chapter/420d8b13-c59c-42b2-b3fc-65ab29efa5af/paragraph/83ddd8ef-0cdb-4d97-8a4b-6fd942f09b63/lesson/a213dca4-282d-4896-b715-e11e640621aa

  • Als je de filmpjes nogmaals wilt bekijken kan dat op Nieuw Nederlands online. Let op: op je mobiel zal dat waarschijnlijk niet lukken.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Weektaak spelling en schrijven

Basis spelling
Opdracht 1 t/m 4 en 6  
bladzijde 111.






Extra oefenen
De Brug
Opdracht 10 
 bladzijde 234

Uitdaging
Opdracht 5 
 bladzijde 111


Slide 18 - Slide

Inleveren huiswerk

Slide 19 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 20 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  • hoe je het voltooid deelwoord moet spellen?

Slide 23 - Slide

Nakijken weektaak
Aan het eind van de lesweek kijken we samen naar je weektaak.

De week daarna controleer je je zelf je gemaakte oefeningen.

Slide 24 - Slide

Nakijken
Opdrachten weektaak 

Slide 25 - Slide

Weektaak spelling en schrijven

Basis spelling
Opdracht 1 t/m 3 en 5  
bladzijde 85.

Basis schrijven
Opdracht 2  
bladzijde 45




Extra oefenen
De Brug
Opdracht 8 en 9 
 bladzijde 233/234

Uitdaging
Opdracht 4 
 bladzijde 85



Slide 26 - Slide

Opdracht 1 bladzijde 85


hele werkwoord                       ik-vorm                                  hij/zij/het
werken                                         werk                                        werkt
verbazen                                     verbaast                                verbaast
stoppen                                       stop                                          stopt
worden                                         word                                        wordt
verven                                           verf                                           verft


Slide 27 - Slide

Opdracht 2 bladzijde 85


1 ik nodig uit
2 ik stel aan
3 ik nies
4 ik val mee
5 ik was
6 ik doe mee

Slide 28 - Slide

Opdracht 3 bladzijde 85


1 Mijn zus surft de hele avond rond op internet.
2 Vind jij het heel erg dat Hanne niet op jouw appjes reageert?
3 Een gazelle graast gemiddeld achttien uren per dag.
4 Joop verbaast zich over de onverschillige houding van zijn vriend, als hij een slecht cijfer voor Nederlands krijgt.
5 Fietst jouw broertje alleen in het donker naar huis?
6 Het spel van Ajax moet nog heel wat verbeteren.

Slide 29 - Slide

Opdracht 5 bladzijde 85


1 Onze buurjongens zijn fanatiek als het om graffiti gaat.
2 De circusartiest had een keyboard bij zich als surprise.
3 Het jongetje met de teddybeer had een pyjama aan waarop allemaal smileys waren afgedrukt.
4 Overigens verkoopt de cadeauwinkel het liefst souvenirs en
feestartikelen.
5 In januari kookte de sympathieke kok een exotisch diner.
6 Tijdens de spannende volleybalwedstrijd zaten circa twintig jongens op de tribune.


Slide 30 - Slide

Opdracht 4 bladzijde 85 (uitdaging)


De Deense hoofdstad Kopenhagen wordt maandag 9 november overspoeld door tientallen kerstmannen die vrolijk naar de mensen zwaaien.
De kerstmannen komen bijeen om over hun ‘vak’ te praten. Ze hebben allerlei cadeaus bij zich, zoals lampionnen, kerststerren, kaarsen en kandelaars.
Tijdens het ludieke evenement wordt ook gepraat over praktische zaken. De kerstmannen gaan bijvoorbeeld minder koekjes eten, omdat de schoorstenen waardoor ze naar binnenkomen, smaller zijn geworden.
Het congres duurt drie dagen.

Slide 31 - Slide

De Brug - opdracht 8 bladzijde 233
1 herkent ev
2 klimmen mv
3 klagen mv
4 spartelt ev
5 staat ev
6 bakt ev

Slide 32 - Slide

De Brug - opdracht 9 bladzijde 233
1 Ellen en een jongen lopen de lift van hun flatgebouw in.
2 De lift staat met een schok stil tussen twee verdiepingen.
3 Gelukkig heeft Ellen haar mobieltje bij zich.
4 Ze blijft (evt. blijven) rustig op hulp wachten.
5 De jongen leest zenuwachtig de voorschriften aan de wand.
6 Na een half uur bevrijdt de brandweer hen.

Slide 33 - Slide

De Brug - opdracht 9 bladzijde 233
1 Ellen en een jongen lopen de lift van hun flatgebouw in.
2 De lift staat met een schok stil tussen twee verdiepingen.
3 Gelukkig heeft Ellen haar mobieltje bij zich.
4 Ze blijft (evt. blijven) rustig op hulp wachten.
5 De jongen leest zenuwachtig de voorschriften aan de wand.
6 Na een half uur bevrijdt de brandweer hen.

Slide 34 - Slide

Schrijven opdracht 2 bladzijde 45
1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Wie? jijzelf
Wat? mag mee in de helikopter van 5 mei-optredens
Waar? in vijf steden door het hele land
Wanneer? op 5 mei
Waarom? je bent ontdekt als zangeres en hebt daarom een uitnodiging gekregen
Hoe? met de helikopter naar vijf verschillende steden om op te treden, samen met enkele andere artiesten.
2 Eigen antwoord.
3 Eigen antwoord.
4 Eigen antwoord.

Slide 35 - Slide

Weektaak 41 afgerond

Slide 36 - Slide