AK hoofdstuk 4.1 t/m 4.3 voorbereiden

Sommigen steden hadden eerst 1 miljoen inwoners nu 9 miljoen. Wat is de belangrijkste reden?
1 / 15
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 9 min

Items in this lesson

Sommigen steden hadden eerst 1 miljoen inwoners nu 9 miljoen. Wat is de belangrijkste reden?

Slide 1 - Open question

AK hoofdstuk 4.1 t/m 4.3 voorbereiden

Slide 2 - Slide

Welk begrip:
De rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt

Slide 3 - Open question

wat is bnp/hoofd? Welke berekening doe je?

Slide 4 - Open question

Welk begrip: Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben

Slide 5 - Open question

Je moet weten: 
koplopers: centrumlanden 
volgers: semiperiferie 
achterblijvers: periferie

Slide 6 - Slide

Wat is de formele sector?

A
landen die niet horen tot de rijke landen
B
deel van de economie waar zaken officieel worden
C
deel van de economie waar zaken niet officieel worden
D
ontwikkelde landen

Slide 7 - Quiz

Bij welke groep horen Rusland en India?
A
koplopers
B
semiperiferie
C
periferie
D
meerdere antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen regionale ongelijkheid en sociale ongelijkheid?

Slide 9 - Open question

In Nederland kost een hamburger 7 euro, in Zuid-Afrika maar 2 euro. Wat is het verschil tussen deze landen?

Slide 10 - Open question

In welke groepen kun je de beroepsbevolking indelen? Meerder antwoorden mogelijk.
A
landbouw
B
industrie
C
hulpdiensten
D
de diensten

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar?
In rijke landen verdienen mensen meer dan in arme landen, het leven is er goedkoper.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

waar of niet waar?
Als mensen minder dan 1,25 dollar per dag hebben te besteden leven ze onder de armoedegrens.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat voor soort ziektes zie je in rijke landen?

Slide 14 - Open question

waar of niet waar?
De gezondheidszorg in arme landen is vaak een probleem
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz