What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
ww etre
HET WERKWOORD
ÊTRE
Het werkwoord être betekent:
zijn
.
Het werkwoord être is een
onregelmatig werkwoord
.
Je suis à Paris = Ik ben in Parijs.
Elle est sympa = zij is aardig.
Il est sévère = hij is streng.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
HET WERKWOORD
ÊTRE
Het werkwoord être betekent:
zijn
.
Het werkwoord être is een
onregelmatig werkwoord
.
Je suis à Paris = Ik ben in Parijs.
Elle est sympa = zij is aardig.
Il est sévère = hij is streng.
Slide 1 - Slide
VERVOEGING WERKWOORD ETRE
je
suis
tu
es
il/elle/on
est
on
est
nous
sommes
vous
êtes
ils/elles
sont
ik
ben
jij
bent
hij/zij
is
wij
zijn
wij
zijn
jullie
zijn
zij
zijn
Het werkwoord être
Slide 2 - Slide
Et maintenant à vous!
Sleep de juiste vormen van het werkwoord aller naar de juiste persoon.
Je
Tu
Il/elle/on
ils/elles
Nous
Vous
suis
est
êtes
es
sont
sommes
Slide 3 - Drag question
Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.
nous ... à la cantine.
A
avons
B
est
C
sommes
D
suis
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.
il ... français?
A
avons
B
est
C
es
D
suis
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.
tu ... où?
A
avons
B
est
C
es
D
suis
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.
je ... à la maison!
A
avons
B
est
C
sont
D
suis
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.
elles ... mes copines.
A
avons
B
est
C
sont
D
suis
Slide 8 - Quiz
Je .... à la boulangerie.
Slide 9 - Open question
Nous .... au club de foot.
Slide 10 - Open question
Ik kan het werkwoord être vervoegen.
A
Oui
B
Non
C
Un petit peu
Slide 11 - Quiz
nous ........ (etre)
A
etes
B
sont
C
sommes
D
avons
Slide 12 - Quiz
ETRE: ik ben
A
j'ai
B
je suis
C
je veux
D
je peux
Slide 13 - Quiz
vous ........ gentils. (etre)
A
êtes
B
sont
C
sommes
D
avons
Slide 14 - Quiz
vous ........ (etre)
A
êtes
B
sont
C
sommes
D
avons
Slide 15 - Quiz
ETRE: hij heeft
A
il as
B
il est
C
il ont
D
il a
Slide 16 - Quiz
ETRE: Claire en Marc zijn
A
C et M ont
B
C et M est
C
C et M êtes
D
C et M sont
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Pubquiz français
August 2024
- Lesson with
35 slides
by
Quiz!
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Quiz!
De grote kennisquiz
August 2024
- Lesson with
44 slides
by
Quiz!
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
Musique Mercredi : COURS 1
December 2022
- Lesson with
25 slides
by
Beeld en Geluid Onderwijs
Frans
Muziek
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Beeld en Geluid Onderwijs
Troefkaart 1 - Vragen voor moderne vreemde talen
April 2025
- Lesson with
7 slides
by
Troef
Mentorles
Levensbeschouwing
+25
Middelbare school
Praktijkonderwijs
Speciaal Onderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
ISK
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerroute VL
Leerroute VB
Leerroute VK
Leerroute VG
Leerroute VT
Leerroute M
Leerroute H
Leerroute V
Leerjaar 2-6
Troef
Talent H4.4 schrijven bL3/kB3
November 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
H3 klokkijken + vragen stellen + in/naar voor landen en steden
February 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Musique Mercredi : COURS 3
December 2022
- Lesson with
16 slides
by
Beeld en Geluid Onderwijs
Frans
Muziek
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Beeld en Geluid Onderwijs