Examentrainingen Bio

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examentrainingen Bio

Vandaag Thema 1 t/m 4

1 --> cellen 

2 --> voortplanting 

3 --> erfelijkheid 

4 --> ordening 

Thema 1 

Organen en cellen 

Leg uit wat is meiose. Tip: gebruik de woorden dochtercellen en chromosomen

Wat is het verschil tussen dierlijke en plantaardige cellen?

1. Het cytoplasma
2. Bladgroenkorrels
3. Celkern
4. Celmembraan

Wat is een weefsel

1. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
2. Een groep cellen met een verschillende vorm en functie
3. Een groep cellen zonder functie

Met welke letters wordt er aangegeven of een mens een jongen is?

1. XX
2. YZ
3. XY
4. YY

Thema 2

Voortplanting en seksualiteit 

Wat is het verschil tussen primaire geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken?

Waar in het vrouwelijk geslachtsorgaan worden eicellen geproduceerd?

1. baarmoeder
2. eileiders
3. placenta
4. eierstok

Wat is de ovulatie?

1. een eicel komt vrij uit de eierstok
2. een eicel rijpt zich voor een eisprong
3. een zaadcel komt vrij uit de bijbal

Waar vind innesteling plaats?

1. vagina
2. baarmoederwand
3. eileiders
4. baarmoeder

Hoe ontstaan tweelingen? Leg uit twee-eiige en eeneiig:

Wat zijn onbetrouwbare anticonceptie?

1. coïtus interuptus en condoom
2. periodieke onthouding en spiraal
3. periodieke onthouding en coïtus interuptus
4. condoom en de pil

Thema 3

Erfelijkheid en evolutie 

Wat is een gen?

1. een allel met erfelijke informatie
2. een stukje DNA met de erfelijke informatie
3. meerdere stukken DNA
4. de erfelijke informatie

Wat is genotype?

Wat is fenotype?

Wat betekend homozygoot?

1. eigenschappen met erfelijke informatie
2. twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
3. drie verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
4. twee gelijke allelen voor een bepaalde eigenschap

Wat betekend hetrozygoot?

1. eigenschappen met erfelijke informatie
2. twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
3. drie verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap
4. twee gelijke allelen voor een bepaalde eigenschap

Een hetrozygoot dominante eigenschap komt altijd tot uiting

1. juist
2. onjuist

Een homozygote recessieve eigenschap komt altijd tot uiting

1. juist
2. onjuist

In een stamboom wordt de vrouw aangegeven met.....?

1. een driehoek
2. een vierkant
3. een rondje

Wat is ongeslachtelijke voortplanting en geef hier een voorbeeld bij.

Wanneer behoort een organisme tot dezelfde soort?

1. Als het vruchtbare nakomelingen kan krijgen
2. als het nakomelingen kan krijgen
3. als twee organisme veel op elkaar lijken

Wat is natuurlijke selectie?

Thema 4

ordening 

Wat is het verschil tussen eukaryoten en prokaryoten?

1. prokaryoten hebben geen celkern
2. prokaryoten hebben bladgroenkorrels
3. eukaryoten hebben een celkern

Door welk organisme wordt antibiotica gemaakt?

1. schimmels
2. bacteriën
3. planten
4. dieren

Welk dier is veelzijdig symmetrisch?

1. spin
2. zeester
3. aap

vraag 28

vraag 29

vraag 30

vraag 45

Maak oefeningen op examensite.nl

leg uit wat is meiose

Welk dier heeft een uitwendig skelet?

1. kwal
2. koe
3. lieveheersbeestje
4. papegaai

Leg uit wat is meiose? Tip: gebruik de woorden dochtercellen en chromosomen