HA1 Grammatica overzicht unit 4

Welcome!
Overzicht van alle grammatica van Unit 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome!
Overzicht van alle grammatica van Unit 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Grammatica onderwerpen
- Tag questions ~ p. 168
- a lot of/ many/ much ~ p. 171
- Klok kijken ~ p. 86 (unit 2!)
- present simple en present continuous (door elkaar) ~ p. 91 (unit 2!) and p. 131/ p. 132 (unit 3!)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tag questions
- We gebruiken tag questions om bevestiging te vragen.
- Tag question= persoonsvorm + onderwerp.
- Als de hoofdzin bevestigend is (gewone zin), is de tag question ontkennend (met 'not').
He is a good dancer, isn't he?
- Dat geldt ook andersom! Zin ontkennend, dan tag question bevestigend. 
He isn't a good dancer, is he?
- Leer de uitzonderingen van p. 168! 
bv. I'm a good dancer, aren't I?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tag questions
- Als er geen hulpwerkwoord in de zin staat (bijv. vorm van 'to be' of 'to have') moet je het werkwoord in de tag question vervangen door do/does of don't/doesn't.

You really like Disney movies, don't you?


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

A lot of/ many/ much
A lot of, many en much betekenen 'veel'.

Bij bevestigende zinnen gebruik je 'A lot of' (telbaar en ontelbaar).
> I scored a lot of points during the quiz.
> They bought a lot of snacks for the party.
> We have a lot of time left for this assignment.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

A lot of/ many/ much
Bij ontkennende zinnen en vraagzinnen gebruik je many en much.

Bij woorden in het meervoud (telbare woorden): gebruik many.
> Do you know how many books we need for school today?
> Many people don't like the cold weather during winter.

Bij woorden in het enkelvoud (ontelbare woorden):  gebruik much.
> I haven't got much money.
> Will there be much wind today?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

A lot of/ many/ much
Let op! Je gebruikt wel many en much bij bevestigende zinnen na so/ as/ too.
> I collected so many books over the years.
> My neighbour has as many cats as I have.
> It takes too much time to finish my homework.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 8 - Video

This item has no instructions

🇬🇧 Past Simple 

🇳🇱 Verleden Tijd


ww+ed

(irr. verb = 2e vorm)



I saw him yesterday.



🇬🇧 Past Perfect

🇳🇱 Voltooid Verleden Tijd




🇬🇧 Present simple 
🇳🇱 Tegenwoordige Tijd

ww (+s bij she/he/it)
Gebruik don't/ doesn't bij ontkenning
Gebruik do/ does bij vraagzinnen 

I walk home after school every day.
She doesn't like to eat apples..
Do they play video games together every day?

🇬🇧 Present continuous
🇳🇱 Duurvorm Tegenwoordige Tijd

am/is/are + ww + ing
voeg 'not' toe bij ontkenning
verander woord volgorde bij vraagzinnen

I am walking home right now.
She isn't eating apples at the moment.
Are they playing video games now?

Present simple en Present continuous

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Present simple
When do we use it?
Met gewoontes/ routines, als iets altijd, vaak of nooit zo is

How do we use it (bevestigend)?
Optie 1: ow + hele werkwoord, bij I / you / we / they
Optie 2: ow + hele werkwoord + s, bij she / he / it  (SHIT-rule)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Present simple: lopen

I walk
he walks
she walks              (SHIT-rule)
it walks
we walk
you walk
they walk
Present simple: hebben

I have
he has
she has
it has
we have
you have
they have

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Present simple
How do we use it (ontkennend)?
Optie 1: ow + do not/ don't + hele ww, bij I / you / we / they
Optie 2: ow + does not/ doesn't + hele ww, bij she / he / it  (SHIT-rule)


How do we use it (vragend)?
Optie 1: Do + ow + hele werkwoord, bij I / you / we / they
Optie 2: Does + ow + hele werkwoord, bij she / he / it (SHIT-rule)


Let op! does en doesn't geven al SHIT-rule aan dus geen s achter het ww bij vragen en ontkenning!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Present simple (vervolg)
Uitzondering 1: werkwoorden die eindigen op een sisklank 
( -s, -z, -sh, -ch en -x) of to do / to go 
> Voeg -es toe in plaats van -s bij he/she/it! 
                                      
                                        
                                                        
                                                     
to wash (wassen)
I wash  
he washes
to miss (missen) 
you miss 
she misses
to go (gaan) 
we go
it goes
to do (doen)  
they do
he does

Slide 13 - Slide

https://engelslerenonline.com/werkwoorden/present-simple/
Present simple (vervolg)
Uitzondering 2: Werkwoorden die eindigen op -y met een medeklinker (k,l,m,r etc) ervoor  
> Voeg -ies toe in plaats van -s bij he/she/it! 







to fly(vliegen)
I fly
he flies
to cry (huilen)
you cry
she cries

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Present simple (vervolg)
Let op! wanneer er een klinker (a,e,i,o,u) voor de -y staat geldt de gewone regel!
> dus voeg dan -s toe bij he/she/it!



 

to enjoy (genieten)
we enjoy
she enjoys
to play (spelen)
they play
he plays

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Present continuous
Stap 1: Wanneer present continuous?
Als iets nu bezig is (op het moment dat je erover praat of schrijft) gebruik je de present continuous.

Voorbeelden van hoe je dat aan een zin zou kunnen zien: (right) now, at the moment, Look!, Watch!, Listen! (je wilt namelijk dat iemand nu, meteen naar je luistert of ergens naar kijkt).


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Present continuous
Stap 2: Welke form van 'to be' ?






Stap 3: werkwoord+ing
Voeg ww + ing toe: I am working, you are watching, she is carrying

                                    


I
am
He/she/it
is
We/you/they
are
> Leer de spellingregels op p. 131 (unit 3)!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Present continuous
Stap 4: Wat voor zin is het?
 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I am playing games at the moment.
I am not playing games at the moment.
Am I playing games at the moment?
She is singing now.
She isn't singing now.
Is she singing now?
Look! They are dancing over there.
They aren't dancing right now.
Are they dancing right now?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Good luck!
Oefen goed met de onderwerpen die je nog lastig vindt, er staan extra opdrachtjes klaar op It's Learning voor elk grammatica onderwerp. Mail mij als je nog vragen hebt!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions