Financiële zelfredzaamheid hoofdstuk 6 toets

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Beleggen is en blijft risicovol en hoe langer de termijn hoe risicovoller.

1. Juist
2. Onjuist

Het rendement op een aandeel is afhankelijk van het koersverloop van dat aandeel en het dividend op dat aandeel.

1. Juist
2. Onjuist

Door het kopen van een aandeel van een nv heeft deze nv een schuld aan de eigenaar van dat aandeel..

1. Juist
2. Onjuist

De beurskoers van een aandeel wordt uitgedrukt in procenten van de nominale waarde van dat aandeel.

1. Juist
2. Onjuist

Een obligatiehouder krijgt gedurende de looptijd van de obligatie ieder jaar meestal eenzelfde bedrag aan rente uitgekeerd.

1. Juist
2. Onjuist

De koers van een aandeel is ten dele afhankelijk van de marktrente.

1. Juist
2. Onjuist

Bij een hoge inflatie is het aantrekkelijk te beleggen in obligaties.

1. Juist
2. Onjuist

Een AAA-rating betekent dat je met een betrouwbare geldlener te maken hebt.

1. Juist
2. Onjuist

Wat hoort niet thuis in onderstaand rijtje?

1. Aandelen
2. Opties
3. Effecten
4. Obligaties

Naarmate het einde van de looptijd van een obligatie nadert, zal de beurskoers dichter bij de nominale waarde van de obligatie komen.

1. Juist
2. Onjuist

Als de couponrente op een obligatie 5% is en de marktrente 6% bedraagt, heeft die obligatie een koerswaarde boven pari.

1. Juist
2. Onjuist

Het gaat goed met de economie in Nederland. De productie stijgt, de consumentenbestedingen groeien sterk en de werkloosheid daalt. Welk effect heeft dit nieuws

1. Beleggers stappen over van aandelen naar obligaties
2. De obligatiekoersen dalen
3. het rendement op obligaties daalt.

Beleggen is het omzetten van geld in financiële titels en niet in andere vermogensobjecten.

1. Juist
2. Onjuist

Bij een faillissement krijgen obligatiehouders eerder hun geld terug dan de aandeelhouders.

1. Juist
2. Onjuist

Een aandeel is een schuldbekentenis van een naamloze vennootschap aan de bezitter van dat aandeel.

1. Juist
2. Onjuist

Als de marktrente stijgt, heeft dat een positief effect op de koers van aandelen.

1. Juist
2. Onjuist

Bij obligaties is er altijd sprake van enkelvoudige interest.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de juiste volgorde als het gaat om de volgorde van weinig naar meer risico.

1. aandelen, spaarrekening, beleggingsfonds, obligaties.
2. obligaties, spaarrekening, aandelen, beleggingsfonds.
3. spaarrekening, beleggingsfonds, obligaties, aandelen.
4. spaarrekening, obligaties, beleggingsfonds, aandelen.

Het gaat slecht met de economie van een land en de werkloosheid stijgt. Welk effect hebben deze indicatoren – ceteris paribus – op de beleggersmarkt?

1. Beleggers stappen over van obligaties naar aandelen
2. De obligatiekoersen stijgen
3. Het effectief rendement op obligaties stijgt
4. Banken verwachten een rentestijging

Een aandeel is...

1. een schuldbewijs van een NV dat recht geeft op een aandeel in de winst.
2. een eigendomsbewijs van een vennootschap onder firma.
3. een schuldbewijs dat recht geeft op een rente uitkering
4. een eigendomsbewijs dat recht geeft op een aandeel in de winst.

Een obligatie is...

1. een schuldbewijs dat recht geeft op een interestvergoeding als de winst dat toelaat.
2. een eigendomsbewijs van een vennootschap onder firma.
3. een schuldbewijs van een NV dat recht geeft op koerswinsten.
4. een schuldbewijs van een organisatie waarmee je op het einde van de looptijd de nominale waarde van de obligatie krijgt uitgekeerd