Kennismaken GGZ 24 november - relatie vpk en zorgvrager

Kennismaken GGZ
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kennismaken GGZ

Slide 1 - Slide

Overzicht lessen 

Slide 2 - Slide

Ik heb de opdrachten in Edition gemaakt
A
Ja
B
Groot gedeelte
C
Klein gedeelte
D
Nee

Slide 3 - Quiz

Vul de code in via Edition
HI7XFAFC
timer
2:00
A
Heb ik al gedaan
B
Ga ik nu doen!

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen, 
Je benoemt, legt uit en beargumenteert:
wat kenmerkend is in de psychiatrische zorgverlening, waarbij je gebruik maakt van de begrippen: psychiatrische stoornissen en gedrag en het effect op de omgeving, ziektebesef en ziekte-inzicht, ziektewinst, draagkracht en draaglast.

wat een therapeutische relatie met een cliënt betekent en wat dit van jou vraagt als verpleegkundige waarbij je gebruik maakt van de begrippen: kenmerken van een professionele hulpverleningsrelatie, adequaat signaleren en aanpakken van risicogedrag, omgaan met sociaal netwerk.

welke verschillende begeleidingsstijlen je inzet en welke gesprekstechnieken je kunt hanteren in het contact met de cliënt

Slide 5 - Slide

Of een cliënt een lichamelijke ziekte of een psychiatrische ziekte heeft maakt veel verschil: leg uit welk verschil dat met zich meebrengt voor de cliënt, diens omgeving en voor jouw werk als verpleegkundige

Slide 6 - Open question

Gestoord gedrag
  • Gedrag wijkt af van de sociale norm.
  • Gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de persoon zelf en/of bij de omgeving.
  • De persoon kan zich niet anders gedragen dan hij doet.
  • Gedragskenmerken zijn te herkennen en te ordenen binnen DSM-5



Slide 7 - Slide


Vanaf 12.03 min tot 13.48

Slide 8 - Slide

De rol van de verpleegkundige
Een professionele hulpverleningsrelatie is de basis voor het succesvol begeleiden en verplegen van zorgvragers met een psychiatrische stoornis. Het opbouwen ervan is niet altijd eenvoudig omdat tal van aspecten van invloed zijn.
Belangrijkste kenmerken van een professionele hulpverleningsrelatie tussen verpleegkundige en zorgvrager zijn:
  • het doel van de relatie is het verlenen van hulp;
  • er is sprake van betrekkelijke vrijwilligheid: de zorgvrager heeft geen of beperkte inspraak bij de keuze van de verpleegkundige;
  • er is sprake van functionele openheid van de kant van de hulpverlener: de verpleegkundige beperkt haar openheid tot wat noodzakelijk is voor het verlenen van goede zorg;
  • er is begrenzing in tijd en plaats




Slide 9 - Slide

OPDRACHT “Jij in de GGZ”
Binnen de geestelijke gezondheidszorg heb je zorgvragers die ambulante behandeling krijgen, chronische zorgvragers en zorgvragers die acuut worden opgenomen.

Beschrijf van elk van deze categorieën hoe jij het zou vinden om met deze zorgvragers te werken. Wat lijkt je gemakkelijk? Waarmee zou je meer moeite hebben?


Slide 10 - Slide

Wederkerigheid
Voorbeeld
Elise, met een snik: ‘Mijn moeder overleed toen ik vijftien was. Het maakt me nog elke dag verdrietig. Ik had haar juist toen zo nodig en nog…’
Verpleegkundige Astrid, functionele openheid: ‘Ik kan me wel iets voorstellen bij je pijn. Ik was ook jong toen ik mijn moeder verloor. Wil je vertellen over je verdriet en over het nog nodig hebben van je moeder?’
Verpleegkundige Astrid, niet-functionele openheid: ‘Nou, daar weet ik alles van. Ik heb mijn moeder ook verloren toen ik puber was. Ik was zo diep verdrietig. Voelde me zo alleen. Niemand die echt naar me luisterde, die er nog even voor me was. Bijna elke dag heb ik nog heimwee naar mijn moeder. Ik hoop niet dat jij dat ook krijgt. Of heb je dat al?

Slide 11 - Slide

Leg uit wat het verschil is tussen ziektebesef en ziekte-inzicht

Slide 12 - Open question

Termen vanuit leerdoelen 
Maak een duo of drietal, 

15 minuten om theorie te verzamelen, 

daarna pitch van 1 minuut. 


Slide 13 - Slide

Onderwerpen
  1.  gedrag van psychiatrische stoornis en het effect op de omgeving,
  2. ziektebesef en ziekte-inzicht, ziektewinst,
  3. draagkracht en draaglast.
  4.  adequaat signaleren en aanpakken van risicogedrag,
  5. omgaan met sociaal netwerk
  6.  verschillende begeleidingsstijlen
  7. gesprekstechnieken je kunt hanteren in het contact met de cliënt
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Lees vanuit boek GGZ deel 1 
hoofdstuk 4 zorgproces in de GGZ

Slide 16 - Slide