Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
6.2 Voedselrelatiesen Kringlopen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
6.2.4 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.
6.2.5 Je kunt de kringlopen van water en van koolstof beschrijven.
Slide 2 - Diapositive
Waarom begint een voedselketen altijd met een plant?
Slide 3 - Diapositive
Producenten
Planten produceren d.m.v.
fotosynthese, glucose, hun voeding
ze vormen voedsel voor andere organismen
Planten zijn producenten in de voedselketen.
zonlicht
water + CO2 -------> glucose + zuurstof
Slide 4 - Diapositive
Consumenten
Organismen die zich voeden met andere organismen zijn consumenten.
De consumenten worden ingedeeld in 'ordes':
1e orde -> eten producenten (Herbivoren)
2e orde > eet consument 1e orde (Canivoren)
Enzovoorts
Slide 5 - Diapositive
Autotroof en heterotroof
Planten zijn voor voeding niet afhankelijk van andere organismen > autotroof.
Organismen die zich wel voeden met andere organismen > heterotroof.
Auto = zelf
Hetero = andere
Troof = voeden
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Afvaleters
Dode (resten) van planten en dieren vormen voedsel voor afvaleters.
Slide 8 - Diapositive
Reducenten
Schimmels en bacteriën zijn reducenten. Ze breken het dode materiaal na de afvaleters veder af.
Daarbij komen stoffen als mineralen, water en koolstofdioxide vrij.
Slide 9 - Diapositive
Rollen
Producenten
Consumenten 1e orde
Consumenten 2e orde
Afvaleters
Reducenten
Slide 10 - Diapositive
Kringloop
Elementen verplaatsen zich in verschillende vormen, binnen verschillende organisme > kringloop.
Slide 11 - Diapositive
Kringloop van stoffen
1. Reducenten zetten de stoffen uit de dode resten van organismen om in koolstofdioxide, mineralen en water.
2. Koolstofdioxide en water kunnen weer door producenten worden opgenomen en bij de fotosynthese worden gebruikt. Ook de mineralen kunnen weer door producenten worden opgenomen.
3. Stoffen van planten komen dus via dieren, afvaleters, bacteriën en schimmels uiteindelijk weer bij planten terecht.