8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

3 MAVO
8.4 Samen werken aan ontwikkeling?
1 / 62
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 62 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 19 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3 MAVO
8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

Slide 1 - Diapositive

Herhaling lesdoelen 8.3

- Hoe kan een land zijn internationale concurrentiepositie versterken? 

- Welke handelsbelemmeringen zijn er? 

- Wat zijn de gevolgen van deze handelsbelemeringen?


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 8.4

- Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?
- Welke oorzaken zijn er voor onderontwikkeling?

- Hoe kunnen ontwikkelingslanden zich ontwikkelen?


Slide 3 - Diapositive

Ontwikkelingsland

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hoe kun je een ontwikkelingsland herkennen?
  • monocultuur;
  • veel schulden;
  • slechte gezondheidszorg;
  • lage levensverwachting;
  • analfabeten;
  • hoge bevolkingsgroei en hoog sterftecijfer.

Slide 10 - Diapositive

Gapminder.org/tools
Hier kun je de onderlinge ontwikkelingen van landen zien t.a.v.: 
Levensverwachting , economie, inkomen, gezondheidszorg, onderwijs, etc.
Hier kun je de ontwikkeling van landen zien t.a.v.:
  • Levensverwachting
  • Economie
  • Inkomen
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs
  • Etc.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

De vicieuze cirkel van armoede

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Structurele hulp
Doel
Het doel is om het ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.
Voorbeelden:
- het geven van geld voor het bouwen van scholen.
- het geven van microkredieten.
- het ondersteunen met materialen en kennis.

Slide 15 - Diapositive

Noodhulp
Doel
Het helpen bij het overleven van een noodsituatie.

Voorbeelden:
- het geven van voedsel, kleding en  medicijnen.
- het sturen van artsen (Artsen Zonder Grenzen)

Slide 16 - Diapositive

Manieren van hulp

           
Structurele hulp
Noodhulp
Hulp om mensen te laten overleven (vaak bij natuurrampen)
Hulp voor de lange termijn, met als doel dat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig worden.
Gebonden hulp
Wanneer een land dat hulp biedt aan een ontwikkelingsland, voorwaarden stelt aan die hulp.

Slide 17 - Diapositive

Incidenteel of Structureel?

Na de tsunami in Zuid-Oost Azië werd er in Nederland geld opgehaald voor de slachtoffers van de ramp. Het geld werd onder andere gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen die hun huis kwijt waren geraakt, in tenten opgevangen konden worden.



Incidenteel of Structureel?

In de Filippijnen wonen ruim 100 miljoen mensen. Als de bevolking zo blijft groeien als de laatste jaren, wonen er in 2025 meer dan 150 miljoen mensen in de Filippijnen. Nederland heeft in de Filippijnen projecten financieel ondersteund die geboortebeperking tot doel hebben.

Slide 18 - Diapositive

Wat vind jij?

Slide 19 - Question ouverte

Hulporganisaties

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Hebben we in Nederland een hoge of lage welvaart en WAAROM?

Slide 24 - Question ouverte

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 25 - Quiz

inkomensverdeling betekent:
A
de manier waarop personen hun geld verdelen
B
dat geld eerlijk wordt verdeeld
C
de manier waarop het totale inkomen van een groep personen is verdeeld over deze personen

Slide 26 - Quiz

nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land

Slide 27 - Quiz

nationaal inkomen:
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land

Slide 28 - Quiz

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet:
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 29 - Quiz

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet ...
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 30 - Quiz

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
gebonden hulp
B
structurele hulp
C
noodhulp
D
noodzaak

Slide 31 - Quiz

Steun aan een ontwikkelingsland in de vorm van producten (dus geen geld) die van het hulpverlenende land komen heet:
A
noodhulp
B
gebonden hulp
C
structurele hulp
D
producthulp

Slide 32 - Quiz

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet ...
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 33 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland
A
Slechte infrastructuur
B
Veel landbouwgrond
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Veel analfabetisme

Slide 34 - Quiz

Dit is de berekening van het inkomen per hoofd van de bevolking
A
nationaal.inkomenje.salaris
B
nationaal.inkomenaantal.inwoners
C
aantal.inwonersnationaal.inkomen
D
je.salarisnationaal.inkomen

Slide 35 - Quiz

Geef een voorbeeld van noodhulp (kort antwoord!)

Slide 36 - Question ouverte

Als een Nederlandse stichting helpt bij het bouwen van scholen in een ontwikkelingsland, dan noem je dit
A
Noodhulp
B
Gebonden hulp
C
Structurele hulp

Slide 37 - Quiz

Deze hulp wordt geboden na een tsunami
A
Structurele hulp
B
Noodhulp

Slide 38 - Quiz

Wat heb je geleerd?

Slide 39 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?

Slide 40 - Question ouverte

Welke handelsbelemmeringen zijn er?

Slide 41 - Question ouverte

Hoe kunnen ontwikkelingslanden zich ontwikkelen?

Slide 42 - Question ouverte

Verwerkingsvorm


Extra les besteden aan de SDG's, gekoppelt aan een productieproces.


Slide 43 - Diapositive

extra uitleg


Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Vidéo

Slide 48 - Vidéo

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Vidéo

Slide 51 - Vidéo

Slide 52 - Vidéo

extra uitdaging

Slide 53 - Diapositive

Slide 54 - Vidéo

Slide 55 - Vidéo

Slide 56 - Vidéo

Slide 57 - Lien

Slide 58 - Lien

Slide 59 - Vidéo

Slide 60 - Vidéo

Slide 61 - Vidéo

Slide 62 - Vidéo