Interpunctie les 1 t/m4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboekje laten zien p. 21!

Les 1 

Lees deze tekst

Schiet op Harry!

Schiet op Harry!

Red de mug, niet slaan!

Red de mug niet, slaan!

Planning

• herhalen leestekens jaar 1 en oefenen
• uitleg dubbele punt en oefenen
• volgende les?

Herhalen leestekens (p.4)

punt

komma

uitroepteken

vraagteken

aanhalingstekens

'Morgen is het schoolfeest,' zei de mentor.

Werkmoment

Maak uit het nieuwe boekje:

1.1: theorievragen (schrijf antwoorden in je schrift);

1.2: schrijf de leestekens in de tekst in je boekje (ook p. 5);

1.3: schrijf een verhaaltje in je schrift.

Nakijken 1.2

a) Stichting Natuurmonumenten organiseert wandelingen, excursies en tentoonstellingen.

b) Tijdens een wandeling kun je herten, vossen, vogels en insecten zien.

c) Lijkt je dat leuk?  

d) Als je met een excursie mee wilt, moet je je wel aanmelden op de site.

e) De tentoonstellingen gaan over: vleermuizen, zeldzame planten en opgezette vogels.

f) Laatst deed ik mee aan een wandeling. De boswachter riep opeens: “Pas op!“

g) Bijtgrage wolf Bram was in de buurt. Durf jij dan nog wel het bos in?

Dubbele punt (p. 5)

Werkmoment

Maak 2.1

A. In mijn tas zit...

Nakijken 2.1

A. In mijn tas zit: een agenda, een etui, een laptop en een waterfles. (opsomming)

B)

Als de eerste schoolbel gaat, moet je het volgende doen: ...

(uitleg)

2.1 verhaaltje

Hans en Grietje lopen in het bos. Hans zegt: "Grietje, ik ben moe, ik wil even zitten." Grietje lacht: "Nou Hans, we zijn net een half uur onderweg!" Hans zucht: "Maar ik heb gisteren gevoetbald en mijn benen zijn nog zwaar." Grietje vraagt: "Heb je de wedstrijd gewonnen?" Hans zegt: "Zeker, we zijn kampioen geworden."

Afsluiting van de les

Volgende les: 

• Quizje woordsoorten
• Trema en apostrof
• Leesles

Welkom 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboekje leestekens

Les 2

Planning

• Maken 2.1
• Quizje woordsoorten
  
• Trema en apostrof
  
• Lezen

2.1 verhaaltje

Hans en Grietje lopen in het bos. Hans zegt    Grietje, ik ben moe, ik wil even zitten.   Grietje lacht    Nou Hans, we zijn net een half uur onderweg!   Hans zucht   Maar ik heb gisteren gevoetbald en mijn benen zijn nog zwaar.   Grietje vraagt       Heb je de wedstrijd gewonnen?    Hans zegt   Zeker, we zijn kampioen geworden.   

2.1 verhaaltje

Hans en Grietje lopen in het bos. Hans zegt: "Grietje, ik ben moe, ik wil even zitten." Grietje lacht: "Nou Hans, we zijn net een half uur onderweg!" Hans zucht: "Maar ik heb gisteren gevoetbald en mijn benen zijn nog zwaar." Grietje vraagt: "Heb je de wedstrijd gewonnen?" Hans zegt: "Zeker, we zijn kampioen geworden."

Kies de juiste woordsoort.

Ik heb veel te veel gegeten.

1. ww
2. zn
3. psv
4. bzv

Welke woordsoort is onderstreept?
De makkelijkste woordsoort vind
ik het lidwoord.

_________________

1. ww
2. zn
3. bn
4. lw

Welke woordsoort is onderstreept?
Deze les doen we een herhaling van woordsoorten.

_____________

1. ww
2. zn
3. bn
4. lw

Welke woordsoort is onderstreept?
We gaan voor dit hoofdstuk maar 5 woordsoorten leren.

__________

__________

1. ww
2. zn
3. bn
4. lw

Welke woordsoort is ondestreept.
Mijn snelle fiets heeft een rode kleur.

_________

1. lw
2. bn
3. psv
4. bzv

Welke woordsoort is ondestreept.
Mijn snelle fiets heeft een rode kleur.

_________

1. lw
2. bn
3. psv
4. bzv

Welke woordsoort is onderstreept?
Het staat als derde in de rij.

_______

1. bn
2. htw
3. rtw
4. lw

Welke woordsoort is onderstreept?
Ik heb nog twee vragen voor je.

_______

1. bn
2. htw
3. rtw
4. lw

Wat zijn voorzetsels?

1. mooie, lieve, rare
2. lamp, fiets, plant
3. op, achter, naast
4. de, het, een

P. 6

Maken

3.1 en 3.2

Nakijken 3.1

a) De financiele positie van de voetbalclub was onvoldoende.

b) ‘Ik schrijf de hele dag poezie,’ zei de dichter.

c) Een diploma is het officiele document waarop staat dat je bent geslaagd.

d) Soms heb ik heel veel ideeen wat ik in mijn vrije tijd wil doen.

e) Egoisme betekent dat je weinig rekening houdt met anderen.

Nakijken 3.2

3.3 Bezits 's 3.4 Apostrof

a) Deze tas is van Maaike. Het is ……………………. tas.

b) Het cadeautje is voor Kees. Het is ……………….. cadeautje.

a) sWoensdags eet de PSVer altijd HEMAs beroemde broodje rookworst.

Weektaak: huiswerk voor woensdag 8 oktober: maken 3.3 en 3.4.

Welkom 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboekje leestekens

Les 3

Planning

• Nakijken 3.3 en 3.4
• Wat hebben we allemaal al gedaan?
• Hoofdletters herhalen en oefenen
• Afsluiting van de les

Woordsoorten

lw, bn, zn

hww, zww

vz, htw, rtw

psv, bzv

av, vrv

Leestekens

punt, komma, uitroepteken, vraagteken, aanhalingstekens, 

dubbele punt, 

trema en apostrof

Apostrof (p. 7)

3.3

Opdracht 3.3

Het is Maaikes tas.

Het is Kees' cadeautje.

Het is Anna's fiets.

Het is Jazz' filmpje.

Het is Jays zonnebril.

Het is Bruno's beker.

Opdracht 3.4 (p. 8)

's Woendags eet de PSV'er altijd HEMA's beroemde broodje rookworst.

Met M&M's en leuke dvd's wordt Liz' feestje gezellig.

De EHBO'ers hielpen met z'n tweeën de gevallen VVD'er.

Politieagenten hebben 's avonds Jos' reünie beëindigd.

De baby's staan heel schattig op de foto's.

De oefeningen voor de vmbo'er staan op 't A4'tje.

HOOFDLETTERS (p. 8)

• Je begint iedere zin met een hoofdletter. 
• Je begint het citaat met een hoofdletter.

 

• Eigennamen (personen, straten, merken)
• Aardrijkskundige namen (de Engelse les, Europa)
• Feestdagen (Kerstmis, Hemelvaart)

• Namen van maanden en dagen NIET met een hoofdletter.
  

Hoofdletters (p. 8)

Uitzonderingen

• 's Nachts slaap ik buiten. 't Regent heel hard.
• 100 activisten plakten zich vast aan de snelweg.

=> Honderd activisten plakten zich vast aan de snelweg.

• Meneer De Jong en mevrouw Van den Heuvel.

=> Meneer K. de Jong en mevrouw Ank van den Heuvel.

Werkmoment

4.1: leg uit aan je buur waarom je een hoofdletter gebruikt

4.2: Markeer alle hoofdletters => 18 stuks!!

Nakijken 4.2

Afsluiting

Laatste stukje uitleg 

=> tussenletters in samenstellingen

Welkom 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• schrift
• pen
• leerwerkboekje leestekens

Les 4

Planning

• Tussenletters in samenstellingen
• Oefeningen maken en nakijken
• Afsluiting van de les

Samenstelling? (p. 10)

-s? luisteren

Tussenletters

Je hoort de s => dorp & plein: dorpsplein 

Je hoort de s niet goed => station & chef.

Test met een ander 2e woord => station & plein: stationsplein.

Dan ook => stationschef
  

Tussenletters

Linker deel een zelfstandig naamwoord? Ja

Eerste deel alleen meervoud op -en ? Ja => en

pan & koek => pan = zn, pan/ pannen

=> pannenkoek

kat en bak => kat = zn, kat/ katten

kattenbak

Linkerdeel geen zn?

Nee, dan een -e.

rood (bn) + kool => rodekool

huilen (ww) + balk => huilebalk

Linkerdeel meervoud?

Niet alleen meervoud op -en? Nee, dan een e

rijst (geen mv) rijstepap

horloge (horloges) => horlogewinkel

groente (groentes/groenten) => groentesoep

Tussenletters => uitzonderingen

Als de samenstelling: 

• aangeeft hoe leuk iets is als bn: reuzeleuke vakantie
• uniek is: zonneschijn

Bij uitzonderingen dus ook alleen een -e.

Werkmoment

5.1: theorie

5.2: samenvoegen maar!

Nakijken

Afsluiting

Volgende les:

Hoe ver ben je met lezen?

Eerste les na de vakantie: oefentoets

Tweede les na de vakantie: toets