Interacties tussen organismen

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat hebben alle organismen nodig om te overleven?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hoe verdedigt een plant zoals de wolfskers zich tegen vraat?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe verdedigen sommige woestijnplanten, zoals de cactus, zich tegen vraat?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Welk van deze dieren is een herbivoor?
A
de leeuw
B
het hert
C
de vos
D
de kat

Slide 9 - Quiz

Welk van deze dieren is een carnivoor?
A
het jachtluipaard
B
de zebra
C
de slak
D
het konijn

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Overleeft een dier makkelijker alleen of in groep? Waarom?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waarom jagen wolven in groep?
A
Om sneller te kunnen lopen.
B
Voor gezelschap.
C
Om het nest te verdedigen.
D
Om makkelijker prooien te vangen.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hoe noemt men de afzonderlijke individuen van een koraal?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Alle organismen die in dezelfde biotoop leven en op een of andere manier van elkaar afhankelijk zijn, noem je een ...

Slide 20 - Question ouverte

Maak een voedselketen.

Slide 21 - Question de remorquage

Plaats de dieren die in eenzelfde levensgemeenschap thuishoren in dezelfde kolom.
in de zee
in het bos
in de woestijn

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat bedoelen we met het microbioom van je lichaam?
A
Een groep organen die samenwerkt in je lichaam.
B
Alle bacteriën en virussen die je ziek maken.
C
De verzameling micro-organismen die op en in je lichaam leven .
D
Een ziekte die veroorzaakt wordt door micro-organismen.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

het erfelijk materiaal
de flagel
het celmembraan
het kapsel

Slide 31 - Question de remorquage

bacillen
kokken
spirillen

Slide 32 - Question de remorquage

Hoe heet het organel waarmee bacteriën zich kunnen voortbewegen?
A
de slijmlaag
B
de flagel
C
het erfelijk materiaal
D
het cytoplasma

Slide 33 - Quiz

Wat hebben bacteriën niet?
A
een kernmembraan
B
een celmembraan
C
een celwand
D
het cytoplasma

Slide 34 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
door paring
B
door knopvorming
C
door celdeling
D
door sporevorming

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Welke vitamines worden door onze darmbacteriën aangemaakt?
A
vitamine B
B
vitamine A
C
vitamine C
D
vitamine K

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

Welke voedingsstoffen veroorzaken cariës?
A
vetten
B
eiwitten
C
vitaminen
D
suikers

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Diapositive

In welke lichaamsdelen bevinden er normaal geen bacteriën?
A
de mondholte
B
de buikholte
C
de huid
D
de urineblaas

Slide 42 - Quiz

Waarom is het gevaarlijk als bacteriën in het bloed terechtkomen?

Slide 43 - Question ouverte