6.5 Energie
1 / 18
La durée de la leçon est: 70 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.
A
Kleiner
B
Ongeveer hetzelfde
C
Groter
D
Kan je niet weten
Slide 9 - Quiz
Het symbool van vermogen is ........
en de eenheid van vermogen is .........
en de eenheid van vermogen is .........
A
P en W
B
U en V
C
I en A
D
P en mA
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
De magnetron staat 1 uur en 45 minuten aan. De magnetron heeft een vermogen van 800W. 1 kWh kost 23 eurocent. Bereken de elektriciteitskosten van de magnetron. Gebruik de vijf stappen.
Slide 13 - Question ouverte
Je zit op je kamer 3 uur huiswerk te maken.
Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan.
Één kWh kost 0,15 euro.
Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.
Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan.
Één kWh kost 0,15 euro.
Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.
A
1,78 euro
B
5,34 euro
C
0,80 euro
D
0.75 euro
