H2 unité 2 app 1-5
fietsen
1 / 25
Éléments de cette leçon
fietsen
Slide 1 - Question ouverte
verslaan
Slide 2 - Question ouverte
de vrijetijdsbesteding
Slide 3 - Question ouverte
vertellen
Slide 4 - Question ouverte
onvergetelijk
Slide 5 - Question ouverte
dat wil zeggen
Slide 6 - Question ouverte
slagen
Slide 7 - Question ouverte
beroemd
Slide 8 - Question ouverte
ik heb geleerd
Slide 9 - Question ouverte
toekomstig
Slide 10 - Question ouverte
Het bezittelijk
voornaamwoord
voornaamwoord
Slide 11 - Carte mentale
Slide 12 - Diapositive
J'ai une balle. C'est ... balle (mijn)
Slide 13 - Question ouverte
... passion c'est jouer de la musique (haar)
Slide 14 - Question ouverte
... expériences sont bonnes (onze)
Slide 15 - Question ouverte
... adversaire est trop fort (hun)
Slide 16 - Question ouverte
... exposé parle du foot (uw)
Slide 17 - Question ouverte
... coude fait mal (jouw)
Slide 18 - Question ouverte
hij kan/mag
Slide 19 - Question ouverte
u kunt/mag
Slide 20 - Question ouverte
ik kan/mag
Slide 21 - Question ouverte
zij kunnen/mogen (m mv)
Slide 22 - Question ouverte
wij hebben gekund/gemogen
Slide 23 - Question ouverte
jij hebt gekund/gemogen
