H1 - 1.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Paragraaf 1.2

Deze les

• Opgave 5 bespreken
• Opgave 6 samen maken
• Uitleg 1.2 deel 1
• Zelfstandig oefenen
• Uitleg 1.2 deel 2
• Zelfstandig werken

Leerdoelen

• Je weet wat een omgekeerd evenredig verband is
• Je weet wat een wortelverband is
• Je weet wat een periodiek verband is
• Je weet wat de periode, evenwichtsstand, amplitude en frequentie zijn

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. 

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

A: 

y=−1​2​​+4

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

A: 

y=−1​2​​+4=3

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

A:

B:  

y=−1​2​​+4=3

y=−​2​​1​​×1​2​​+4

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

A:

B:  

y=−1​2​​+4=3

y=−​2​​1​​×1​2​​+4=3​2​​1​​

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

A:

B:

C:   

y=−1​2​​+4=3

y=−​2​​1​​×1​2​​+4=3​2​​1​​

y=−2×1​2​​+4

Opgave 5 bespreken

a. Zie whiteboard

b. 

c. Getal invullen en berekenen

bv x = 1

A:

B:

C:   

y=−1​2​​+4=3

y=−​2​​1​​×1​2​​+4=3​2​​1​​

y=−2×1​2​​+4=2

Opgave 6 bespreken

-2	-1	0	1	2	3	4
-4		4	5		1

x

y

Opgave 6 bespreken

-2	-1	0	1	2	3	4
-4		4	5	4	1

x

y

Opgave 6 bespreken

-2	-1	0	1	2	3	4
-4	1	4	5	4	1

x

y

Opgave 6 bespreken

-2	-1	0	1	2	3	4
-4	1	4	5	4	1	-4

x

y

Opgave 6 bespreken

.

P(−3,4)

Q(5,4)

Opgave 6 bespreken

Symmetrieas

Kunnen                                en                                   beide op de parabool liggen?  

 

x=−4

D(−6,6)

E(−2,3)

Omgekeerd evenredig verband

• De letter staat onder de deelstreep
• Grafiek bestaat uit twee delen
• Voorbeeld: 

Omgekeerd evenredig verband

• De letter staat onder de deelstreep
• Grafiek bestaat uit twee delen
• Voorbeeld: 

y=−​x​​3​​

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

y=2√​2x+3​​​

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

• Vul x = -3 in

y=2√​2x+3​​​

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

• Vul x = -3 in

y=2√​2x+3​​​

y=2√​2×−3+3​​​

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

• Vul x = -3 in

y=2√​2x+3​​​

y=2√​−6+3​​​

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

• Vul x = -3 in

y=2√​2x+3​​​

y=2√​−3​​​

Wortel verband

• Als de letter onder de wortel staat
• Er mag geen negatief getal onder de wortel komen
• Voorbeeld

• Vul x = -3 in
• .
• Dit kan dus niet

y=2√​2x+3​​​

y=2√​−3​​​

Zelfstandig werken

5 min in stilte

Daarna fluisterend overleggen

Maken opgave 9 t/m 11

1.2 en 1.3

Deze les

• Uitleg deel 2 van paragraaf 1.2 (7 min)
• Zelfstandig werken (15 min)
• Uitleg 1.3 (met afgewisseld opdrachten maken) (20 min)
• Zelfstandig werken (20 min)

Periodieke grafiek

• De grafiek gaat zich steeds herhalen
• Periode - De lengte van het deel dat zich gaat herhalen
• Evenwichtsstand - Precies tussen hoogste en laagste punt
• Amplitude - Van evenwichtsstand tot hoogste of laagste punt
• Frequentie - Hoe vaak de grafiek zich herhaalt per dag/week/uur

Periodieke grafiek

• Periode?

Periodieke grafiek

• Periode = 3

Periodieke grafiek

• Periode = 3
• Evenwichtsstand = ?

Periodieke grafiek

• Periode = 3
• Evenwichtsstand = 5

Periodieke grafiek

• Periode = 3
• Evenwichtsstand = 5
• Amplitude = ?

Periodieke grafiek

• Periode = 3
• Evenwichtsstand = 5
• Amplitude = 5

Periodieke grafiek

• Periode = 3
• Evenwichtsstand = 5
• Amplitude = 5

Zelfstandig werken

5 minuten in stilte werken

Daarna mag je fluisterend overleggen

Maken 12 t/m 15

Leerdoelen

• Je weet wat een omgekeerd evenredig verband is
• Je weet wat een wortelverband is
• Je weet wat een periodiek verband is
• Je weet wat de periode, evenwichtsstand, amplitude en frequentie zijn