K2a en K2d H3 en H4

Dit zijn twee signaalwoorden die een opsomming aangeven;

1. vervolgens, daarna
2. maar, toch

Dit zijn twee signaalwoorden die een tegenstelling aangeven:

1. Ten slotte, eerst
2. maar, echter

Is dit waar?
Een mening kan je controleren.

1. ja
2. nee

Wat is een mening?

1. Wat iemand vindt.
2. Als iemand zich wil verdedigen.
3. Iets wat je kunt controleren.

Wat is een argument?

1. Iets wat je kunt controleren.
2. Als iemand zijn mening wil verdedigen.

Is dit waar?
Een feit is te controleren,
een mening is wat iemand vindt.

1. Ja
2. Nee

Een argument herken je aan signaalwoorden. Welke?

1. ten eerste, ten tweede, ten slotte
2. want, omdat, daarom, namelijk

Hoe kan ik zien wat voor een soort tekst het is?

1. Dan kijk ik naar de titel.
2. Dan kijk ik naar de bron.

De struik zit vol met mieren, kevers en muggen.
Waarvan is dit een opsomming?

1. Van een struik.
2. Van dieren.
3. Van insecten.

Wat is een hoofdzaak?

1. Belangrijkste informatie in een tekst.
2. Minder belangrijke informatie in een tekst.

Kan je een bijzaak weglaten?

1. Ja
2. Nee