Bondig formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom 4VA

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel. 

Vandaag:

- huiswerk bespreken

- H. 13 Bondig formuleren

Je leert hoe je bondig formuleert door woorden weloverwogen te schrappen. 

We bespreken opdracht 9 en 10 (blz. 77)

Lees in stilte de theorie op blz. 78- 79.

Schrijf op welke kenmerken horen bij bondig formuleren. 

Als je een trein abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen gaan besparen.

1. te veel hulpwerkwoorden
2. te veel bijwoorden/bijvoeglijk naamwoorden
3. pleonasme
4. tautologie

Meteen toen hij mijn bericht kreeg, is hij onmiddellijk op zijn scooter gestapt.

1. te veel hulpwerkwoorden
2. te veel bijwoorden/bijvoeglijk naamwoorden
3. pleonasme
4. tautologie

De paddenstoelen stonden in een ronde cirkel.

1. te veel hulpwerkwoorden
2. te veel bijwoorden/bijvoeglijk naamwoorden
3. pleonasme
4. tautologie

De oude, grijze, vriendelijke vrouw had moeite zich staande te houden in de herfstachtige storm.

1. te veel hulpwerkwoorden
2. te veel bijwoorden/bijvoeglijk naamwoorden
3. pleonasme
4. tautologie

Maak opdracht 2 (blz. 78). 

Maak opdracht 4, 6 en 7 (blz. 79). 

Overleg alleen met diegene naast je. 

Klaar? Werk aan Numo.