Argumenteren par. 3 soorten argumenten

Welkom bij 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

  • Ik luister aandachtig naar presentaties over boeken.
  • Ik maak aantekeningen tijdens het luisteren naar de presentaties. 
  • Ik weet welke soorten argumentatieschema's er zijn. 
  • Ik kan een argumentatieschema herkennen. 

Slide 2 - Diapositive

Kijken en luisteren
  • 2 groepen presenteren
  • 2 groepen maken aantekeningen tijdens het kijken en luisteren
  • regels

Slide 3 - Diapositive

Argumenteren is te leren!

Slide 4 - Diapositive

Argumentatieschema's
Er zijn verschillende manieren waarop standpunten en argumenten zich tot elkaar kunnen verhouden. 
Het geheel van een standpunt met bijbehorende argumenten noemen we een argumentatieschema. 
Hiervan onderscheiden we er grofweg zes

Slide 5 - Diapositive

Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Hierbij ga je ervan uit dat een bepaalde gebeurtenis zal leiden tot iets anders. 

Wij komen nooit meer op tijd (standpunt;gevolg), deze file staat tot Utrecht (argument;oorzaak) 

Slide 6 - Diapositive

Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
Een kenmerk of een eigenschap van een bepaalde groep wordt uitgelicht.

Piet is een goede leider van onze projectgroep (standpunt). Hij kan goed plannen en zorgt ervoor dat iedereen gemotiveerd blijft (argument).

Slide 7 - Diapositive

Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Bij dit type argumentatie worden de voor- en nadelen van een kwestie tegen elkaar afgewogen. Op basis van deze afweging wordt een oordeel uitgesproken. Je kunt ook alleen voor- of nadelen gebruiken. 

We moeten op school overstappen op digitaal onderwijs (standpunt),  want digitale leerboeken kunnen makkelijk geüpdatet worden (argumenten). 

Slide 8 - Diapositive

Argumentatie op basis van voorbeelden
Bij argumentatie op basis van voorbeelden gebruik je voorbeelden om je standpunt kracht bij te zetten.
Sociale media hebben een negatieve invloed op de mentale gezondheid van jongeren. (standpunt). Dat zie je bijvoorbeeld aan de toename van jongeren die zich onzeker voelen door perfecte foto's op Instagram. (argument 1) Ook zijn er veel berichten over jongeren die slecht slapen doordat ze 's nachts blijven scrollen op TikTok (argument 2).

Slide 9 - Diapositive

Argumentatie op basis van vergelijking
Bij argumentatie op basis van vergelijking ga je uit van een overeenkomst tussen twee gevallen: omdat het in het ene geval zo is, zal het in het andere geval ook wel zo zijn. 

De prijzen voor kaartjes van eredivisiewedstrijden zijn dit jaar bijna niet gestegen. Ik verwacht dan ook niet dat de tickets voor interlandwedstrijden duurder zullen worden (standpunt). Dat gebeurde de afgelopen jaren immers ook niet (argument)

Slide 10 - Diapositive

Argumentatie op basis van autoriteit
Als je je standpunt ondersteunt met een uitspraak van een deskundige of een uitspraak uit een gezaghebbende bron, is er sprake van een argumentatie op basis van autoriteit. 

Het is belangrijk om regelmatig te blijven voetballen tijdens de zomerstop. (standpunt). Mijn voetbaltrainer zegt  dat je conditie dan ook in de zomer op peil blijft voor het nieuwe seizoen. (argument) 

Slide 11 - Diapositive

Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.
Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.

Slide 12 - Diapositive

Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap.
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook.

Slide 13 - Diapositive

Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
Hier wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan wordt een oordeel uitgesproken.

Slide 14 - Diapositive

Argumentatie op basis van voorbeelden.
Argumenten zijn gebaseerd op voorbeelden.

Slide 15 - Diapositive

Argumentatie op basis van vergelijking
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen. 

Slide 16 - Diapositive

Argumentatie op basis van autoriteit
Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende.

Slide 17 - Diapositive

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 18 - Quiz

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 19 - Quiz

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 20 - Quiz

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 21 - Quiz

Zondag met Lubach
Je bekijkt zo een aflevering van Zondag met Lubach over het legaliseren van xtc-pillen. 
Welke argumenten worden voor deze legalisering gegeven?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Argumentatiestructuren
Maak van onderstaande stelling en argumenten een argumentatiestructuur.
A. Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
B. Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
C. Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
D. De kans dat je je huiswerk maakt is groter.
E. Je werkt op school onder toezicht.
F. Op school kun je je beter concentreren.
G. Je kunt om hulp vragen bij docenten.

Slide 24 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
De kans dat je je huiswerk maakt, is groter.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Je werkt op school onder toezicht. 
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk 24 juni
Maak van cursus Argumenteren, paragraaf 3 Argumentatieschema's: opdracht 1, 2 en 3

Slide 26 - Diapositive