Mardi le 9 avril - M1a

1 / 16
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 3 diapositives
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3

Slide 1 - Vidéo

00:32
Qui est-ce ?

Slide 2 - Question ouverte

00:55
Qui est-ce ?

Slide 3 - Question ouverte

01:24
Qui est-ce ?

Slide 4 - Question ouverte

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord ?
A
beau
B
petit
C
qui
D
cher

Slide 9 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
timer
0:30
A
les chats sont gris
B
les chats sont grises
C
les grises chats
D
les gris chats

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La fleur est vert.
B
La fleur est verte.
C
les fleurs sont verts

Slide 11 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord

Slide 12 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les filles sont petit
B
Les filles sont petite
C
Les filles sont petits
D
Les filles sont petites

Slide 13 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Elle a les yeux verts
B
Elle a les yeux verte
C
Elle a les yeux vert
D
Elle a les yeux vertes

Slide 14 - Quiz

Ik ken de plaats van het bijvoeglijk naamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Ik snap hoe het bijvoeglijk naamwoord in het Frans werkt
Helemaal niet
Nog niet zo goed
Redelijk goed
Heel goed

Slide 16 - Sondage