Burgerschap les 5b: voorbereiden debat

Burgerschap les 5b: voorbereiden debat
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapISK

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap les 5b: voorbereiden debat

Slide 1 - Diapositive

Wat is een debat?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is een debat?
Debat = discussie met regels. Je voert een debat om andere mensen of een jury te overtuigen.

Wat is het verschil met een discussie

Wanneer zijn er veel debatten?

Slide 3 - Diapositive

Wat is een debat?
Debat = discussie met regels. Je voert een debat om andere mensen of een jury te overtuigen.

Wat is het verschil met een discussie

Wanneer zijn er veel debatten? Verkiezingstijd. Wie willen de politici overtuigen en waarvoor?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is belangrijk bij een debat?
Presentatie: oogcontact, lichaamstaal, stemgebruik & uitstraling.
Argumentatie: klopt het wat je zegt?
Als je samenwerkt ook teamwork: spreek je elkaar niet tegen?

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld van een debat
Stelling: een kat is een beter huisdier dan een hond. (juf Iris vs meester Edo)

Doel: Juf Iris overtuigt de studenten dat een kat een beter huisdier is.

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld van een debat
Stelling: een kat is een beter huisdier dan een hond.
Argumenten:
- Kat is kleiner, dus minder haren en dus minder schoonmaken.
- Een kat hoef je niet uit te laten.
- Kat is kleiner dus minder voer dus minder duur.
- Je betaalt geen belasting voor een kat.
- Kat kan zelf naar buiten of is altijd binnen
- Geen puppycursus --> meer tijd en geld over.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld van een debat
Tegenargument: met een hond heb je een betere band/ een hond is gezelliger.

Weerlegging: katten kunnen ook een band opbouwen met hun baasje, maar uiten dit anders. Ik zie dat ook met mijn kat en ik vind dat heel fijn.
Truffel

Slide 9 - Diapositive

Deze les
Ga het debat voorbereiden:
- Bedenk zo veel mogelijk argumenten voor jouw mening.
- Bijvoorbeeld: Ik vind dat we op woensdag het tweede blok moeten gaan voetballen, want....
- Schrijf het allemaal op (papier/telefoon)
- Bedenk ook wat jouw tegenstander misschien zegt --> weerleg het argument. 

Slide 10 - Diapositive