VCA 2024 (8)
1 / 35
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
1. Hoe groot is de minimale zuurstofconcentratie waarbij er zonder maatregelen nog gewerkt mag worden?
A
18%.
B
19%.
C
20%.
Slide 31 - Quiz
2. Wat is een oxiderende stof?
A
Een stof waarbij zuurstof en warmte vrijkomen.
B
Een stof waarbij koolstofmonoxide vrijkomt.
C
Een stof die zuurstof verdringt.
Slide 32 - Quiz
3. Onder welke stof valt een blik verf?
A
Een licht ontvlambare stof.
B
Een schadelijke stof.
C
Een oxiderende stof.
Slide 33 - Quiz
4. Welke stoffen vallen onder specifiek, gevaarlijke stoffen?
A
Benzine en koolmonoxide.
B
Waterstofperoxide en cement.
C
Asbest en koolmonoxide.
Slide 34 - Quiz
5. Wat moet er tegenwoordig op een etiket van een gevaarlijke stof staan?
A
Gevarenpictogrammen, H- en P-zinnen.
B
Gevarenpictogrammen, R- en S-zinnen.
C
Gegevens leverancier en G-zinnen.
